Vrijwilligerswerk en Uitkeringen

Mensen met een uitkering mogen in principe vrijwilligerswerk doen. Maar voor de overheid heeft betaald werk altijd voorrang op vrijwilligerswerk.

Het belangrijkste om te onthouden

Mensen met een uitkering mogen in principe vrijwilligerswerk doen. Maar voor de overheid heeft betaald werk altijd voorrang op vrijwilligerswerk. Voor veruit de meeste uitkeringen geldt bovendien dat het vrijwilligerswerk gemeld moet worden bij de verantwoordelijke uitkeringsinstantie.

De overheid heeft bepaald wat zij echt vrijwilligerswerk vindt. Voor de overheid is echt vrijwilligerswerk:

  • Het vrijwilligerswerk is onbetaald. Wel mag de vrijwilliger een vergoeding van daadwerkelijk gemaakte onkosten ontvangen óf gebruik maken van de vrijwilligersregeling.
  • Het vrijwilligerswerk wordt gedaan bij organisaties van algemeen nut, zonder winstoogmerk, die geen vennootschapsbelasting betalen. Lees hier de precieze omschrijving.
  • Het vrijwilligerswerk is niet óók betaalde arbeid. Als er een jaar lang geen betaalde medewerker de werkzaamheden heeft uitgevoerd en er is ook geen vacature geweest voor een betaald medewerker, dan kan ook iemand met een WW-uitkering het vrijwilligerswerk doen.

Veel gestelde vragen (FAQ)

Hieronder volgen de antwoorden op veel gestelde vragen. Wij hebben geprobeerd deze antwoorden zo duidelijk mogelijk te maken zonder in juridisch jargon te vervallen. Staat het door jou gezochte antwoord er niet bij? Kijk dan bij de verdieping of stel je vraag in het Open Forum op het Platform Vrijwillige Inzet.

 

Verplichtingen per uitkering

In onderstaand schema zie je per uitkering welke verplichtingen je hebt. Voor alle uitkeringen geldt dat er een verplichting is om de uitkeringsinstantie te informeren over het vrijwilligerswerk als je dat gaat doen of daar iets in wijzigd. De vrijwilligersvergoeding is voor alle uitkeringen maximaal mogelijk.

Uitkerings-­instantie

uitkering

toe­stemming

sollicitatie-
plicht

Tegen-prestatie

Gemeente

Participatie­wet/
Bijstand
IOAW en IOAZ

ja

ja

ja

UWV

ww

ja

ja

nee

WIA - WGA

ja

ja

nee

WIA - IVA

nee

nee

nee

WAO/WAZ

nee

nee

nee

Wajong nieuw
(vanaf 2010)

nee

ja

nee

Wajong oud
(voor 2010)

nee

nee

nee

Wajong 2015
(na 2015)

nee

nee

nee

 

Sollicitatieplicht

De vrijstellingsregeling van sollicitatieplicht naast een WW of WIA-WGA uitkering voor vrijwilligerswerk is per 1 juli 2015 vervallen. Alleen bij calamiteiten, mantelzorg en bij de geboorte van een kind is nog vrijstelling van sollicitatieplicht mogelijk.

In alle andere gevallen geldt dat de uitkeringsgerechtigde altijd moet zoeken naar een betaalde baan. Daarom mag u ook maar maximaal 20 uur per week als vrijwilliger werken. Krijgt u een betaalde baan aangeboden? Dan moet u die accepteren. Ook als dat betekent dat u daardoor moet stoppen met uw vrijwilligerswerk. Wel blijft het altijd mogelijk om naast de betaalde baan vrijwilligerswerk te doen.

Gemeentelijke premie

De gemeente kan een premie verstrekken van maximaal €2500 per jaar, als de gemeente van oordeel is dat het vrijwilligerswerk de kans op het vinden van betaald werk vergroot. Je dient bij je eigen gemeente te informeren of je in aanmerking komt voor een dergelijke premie. Houd er ook rekening mee dat indien je naast deze premie een vrijwilligersvergoeding ontvangt, de premie als inkomen wordt gezien. Lees hier meer over wanneer een premie kan worden uitgekeerd.


Verdieping

Wat verstaan we onder vrijwilligerswerk en vrijwilligersorganisaties?

In de voortgaande discussie over wat nu precies onder vrijwilligerswerk en vrijwilligersorganisaties wordt verstaan, heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kader van de regeling Vrijwilligerswerk in de WW het volgende gesteld:

het verrichten van vrijwilligerswerk is mogelijk bij een organisatie of instelling waar werkzaamheden worden verricht met een algemeen of maatschappelijk nut. Hieronder wordt verstaan een algemeen nut beogende instelling (hierna: ANBI), een sociaal belang behartigende instelling (hierna: SBBI), of andere niet-commerciële instellingen die nagenoeg uitsluitend het algemeen belang dienen met algemeen nuttige activiteiten, zoals bijvoorbeeld sportverenigingen, scholen, zorginstellingen, vakbonden en buurtcentra. Waarbij er geen winststreven mag zijn omwille van de winst zelf. Een organisatie of instelling die exploitatieoverschotten behaalt bij het uitvoeren van haar feitelijke werkzaamheden in het kader van haar doelstelling (de algemeen nuttige werkzaamheden) en deze aanwendt ten bate van dat algemeen nut, heeft niet direct een (commercieel) winstoogmerk in de zin van deze regeling.

Wanneer vindt de overheid dat vrijwilligerswerk botst met betaalde arbeid

In de regeling Vrijwilligerswerk in de WW, wordt dit als volgt gedefinieerd.

Artikel 2
Er is sprake van vrijwilligerswerk als :

  • er sprake is van onbetaalde arbeid
  • de onbetaalde arbeid bestaat uit gebruikelijk onbetaalde werkzaamheden als bedoeld in artikel 3
  • de onbetaalde arbeid wordt uitgevoerd bij een algemeen nut beogende instelling, een organisatie of instelling zonder winstoogmerk, een sociaal belang behartigende instelling of een steunstichting SBBI.

Artikel 3
Gebruikelijk onbetaalde werkzaamheden zijn werkzaamheden die gedurende minimaal één jaar voorafgaand aan het moment van aanvang van het vrijwilligerswerk uitsluitend als onbetaalde arbeid werden verricht binnen de instelling op de desbetreffende werklocatie en waarvoor gedurende dat jaar geen vacatures voor werknemers hebben opengestaan.

Op zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2018-68157 Geeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onder het kopje ‘Toelichting’ een nadere toelichting over wat gebruikelijk onbetaalde werkzaamheden zijn, inclusief voorbeelden

Gemeentelijke premie

In plaats van de vrijwilligersvergoeding heeft de gemeente ook de mogelijkheid om in het kader van de participatiewet een- of twee keer per jaar een premie te verstrekken (participatiewet artikel 31 tweede lid, onderdeel j) , als het vrijwilligerswerk naar het oordeel van het college bijdraagt aan arbeidsinschakeling. Deze premie heeft een maximum van ten hoogste €2.500,- (2019) per kalenderjaar, Ook andere instanties mogen deze premie verstrekken, maar moeten dat eerst voorleggen aan het college van Burgemeester en Wethouders. Deze bepalen of de premie bijdraagt aan arbeidsinschakeling van uitkeringsgerechtigden. De premie heeft geen gevolgen voor de hoogte van de uitkering voor zo ver er geen vrijwilligersvergoeding wordt ontvangen. Wanneer iemand naast de premie ook een vrijwilligersvergoeding ontvangt dan geldt de premie als inkomsten waarover belasting moet worden betaald.