Samen ouder worden met een migratieachtergrond

2547 keer bekeken

Op 35 plekken verspreid over het land zijn lokale trajecten van Samen Ouder Worden. In deze serie verhalen bezoeken we steeds een andere plek. Deze aflevering zijn we te gast in Rotterdam. Daar ligt de nadruk op vrijwillige inzet voor en door ouderen met een migratieachtergrond.

Lucía Lameiro García is de Rotterdamse programma­medewerker namens Samen Ouder Worden. Daarnaast is zij coördinator van het Netwerk van Organisaties van Oudere Migranten (NOOM), dat landelijk werkt aan de positie van ouderen met een migratieachtergrond. Samen Ouder Worden betekent volgens Lameiro letterlijk sámen ouder worden: ‘We moeten kijken wie er nu en in de toekomst ouder worden in ons land. Dat zijn al lang niet meer alleen mensen die in Nederland zijn geboren.’

In de grote steden heeft tegenwoordig ongeveer een derde van de ouderen een migratieachtergrond en dat aandeel is groeiende. Veel van deze ouderen zijn inmiddels al zo’n vijftig jaar of langer in Nederland. ‘Toch lijkt het alsof we elkaar nog moeten leren kennen’, zegt Lameiro. ‘We moeten met elkaar in gesprek over hoe we vraag en aanbod beter op elkaar kunnen laten aansluiten. Bij het NOOM constateerden we dat dat niet vanzelf gaat. We misten slagkracht en een aanjager. Samen Ouder Worden is zo’n aanjager.’

Goede aanvliegroute

Samen Ouder Worden levert Lameiro een goede aanvliegroute voor het verhaal over de oudere migrant. ‘Dat verhaal is bij het NOOM al lang bekend. Maar nu zitten allemaal  welwillende gesprekspartners aan tafel. Alle partijen die betrokken zijn bij Samen Ouder Worden willen immers de vrijwillige inzet voor en door ouderen versterken. Ze zijn er niet specifiek voor ouderen met een migratieachtergrond, maar ze staan daar zeker voor open en willen graag de brug slaan.’

Het is nodig dat hun verhaal verteld wordt, weet Lameiro. Want ondanks grote verschillen qua land van herkomst en achtergrond, delen veel van deze mensen belangrijke kenmerken. En die kunnen hen belemmeren om mee te doen aan vrijwilligerswerk. Het gaat meestal om een combinatie van belemmeringen: de inkomenssituatie, de gezondheid en de taal- en digitale vaardigheden.

Onvolledige AOW

Over de financiële belemmeringen vertelt Lameiro: ‘Deze ouderen hebben meestal een onvolledige AOW en maken vaak geen gebruik van de regelingen om armoede te bestrijden. Niet iedereen staat er bij stil, maar je vrijwillig inzetten kost gewoon geld. Je moet naar de plek toe, je koopt een bakje koffie, een cadeautje voor een maatje, dat soort zaken.’

Een aandachtspunt in het verlengde hiervan is dat de vrijwillige inzet door ouderen met een migratieachtergrond vaak informeel georganiseerd is, zoals burenhulp en mantelzorg. En dat terwijl vrijwilligersinitiatieven doorgaans enkel subsidie aan kunnen vragen als ze een formele rechtspersoon zijn, zoals een stichting of vereniging.

Chronische klachten

Lameiro: ‘Door de krappe budgetten krijgen deze vrijwilligers bijna nooit een financiële tegemoetkoming. Daarmee lijkt het alsof we als samenleving hun inzet niet echt belangrijk vinden.’ 

De tweede belemmering is de gezondheidssituatie van deze ouderen. Die gaat gemiddeld op jongere leeftijd achteruit in vergelijking met andere ouderen. ‘Ze krijgen vaak chronische klachten en verlaten het arbeidsproces soms al rond de 50 jaar.’ De gezondheid vormt dus inderdaad een belemmering, maar er ontstaat aan de andere kant wél tijd bij deze groep en bovendien willen ze graag van betekenis zijn voor anderen. Om die kans te verzilveren, is het volgens Lameiro echt nodig dat vraag en aanbod beter op elkaar aan gaan sluiten.

Geschreven taal komt niet aan

Een andere grote belemmering vormen de taal- en de digitale vaardigheden. ‘Geschreven taal komt vaak niet aan bij migrantenouderen’, zegt Lameiro. Dus met wervingsadvertenties in de buurtkrant bereik je hen niet. In het Nederlands sowieso niet, maar soms in de eigen taal ook niet. Beter is het als zij rechtstreeks aangesproken worden door sleutelfiguren met dezelfde taal en achtergrond. ‘Met een heel concrete vraag: kan jij volgende week donderdag mevrouw A. ondersteunen bij haar keukentafelgesprek?’

Daarmee heeft Lameiro een mooi voorbeeld te pakken van een manier om de afstand tussen vraag en aanbod te verkleinen. ‘Hoe je sleutelfiguren kunt vinden en inzetten, is heel belangrijk om te weten voor  aanbieders van vrijwilligerswerk. Dit is echt een knop waar ze zelf aan kunnen draaien. Samen Ouder Worden is in dit soort gevallen echt een schakel: het besef dringt nu door en ik zie een versnelling.’


Foto: vrijwilliger Jelena ondersteunt 2 Kaapverdische oudere vrijwilligers om digivaardiger te worden.

Telefoon zonder videomogelijkheid

Een grote ambitie van het NOOM is digitale inclusie. Op basis van wat ze ziet in de praktijk, schat Lameiro in dat zo’n tachtig procent van de ouderen met een migratieachtergrond het moet doen met een telefoon zonder videomogelijkheid, zonder mailadres of laptop en met beperkte digitale vaardigheden. ‘Die krijgen het online echt niet voor elkaar om een afspraak voor hun vaccinatie te maken, om maar iets te noemen.’

De beperkte digitale mogelijkheden bij ouderen met een migratieachtergrond zijn exemplarisch voor de kloof die er volgens Lameiro te dichten valt tussen aanbieders van vrijwilligerswerk en ouderen met een migratieachtergrond. En corona heeft die kloof nog eens extra zichtbaar gemaakt. ‘Waar voor veel ouderen beeldbellen een uitkomst bleek en helemaal niet zo ingewikkeld, was dat voor de mensen zonder geschikte devices of internetabonnement geen optie.’

Besef dringt door

Net als elders was er in Rotterdam al jaren algemeen aanbod om ouderen digivaardiger te maken: in het Nederlands, in groepsverband. Maar dat bereikte de ouderen met een migratieachtergrond niet Inmiddels loopt er een project samen met de bibliotheek met meertalige digicoaches. ‘Want dat werkt wél goed’, vertelt Lameiro enthousiast: ‘Vrijwilligers die dezelfde taal spreken en die als maatje aan de slag gaan. Zij werken een-op-een en ook in kleine groepjes.’

Lameiro verklaart dit succes uit een combinatie van factoren. De belangrijkste zijn waarschijnlijk dat corona de kloof extra zichtbaar maakte, waardoor het besef doordrong dat er extra inzet nodig was voor deze groep, plus de extra slagkracht door Samen Ouder Worden en de ontvankelijkheid voor inzichten die Lameiro tegenwoordig ervaart.

Camouflageactiviteiten

Een andere succesvolle manier om te werken aan digitale inclusie is via camouflageactiviteiten. ‘Vraag de ouderen niet om zich in te schrijven voor een computercursus, maar organiseer of sluit aan bij een gezellige activiteit’, stelt Lameiro. ‘Terwijl je aan het bloemschikken of koken bent, zoek je samen met de oudere en passant een YouTubefilmpje op. Vrijwel ongemerkt worden de ouderen zo digivaardiger.’

Binnenkort wordt er voor een groep Marokkaanse mannen een cursus online bankieren georganiseerd. ‘Zij gaven zelf aan dat ze dat wilden leren. Alleen niet in de grote bibliotheek. Dus is het nu zo geregeld dat iemand van de bieb naar hun ontmoetingsplek komt.’ Deze specifieke benadering is mogelijk dankzij de samenwerking tussen NOOM en Samen Ouder Worden, stelt Lameiro.

‘We hebben nu de ruimte om de vraag goed helder te krijgen en te zoeken naar iemand die de cursus in de eigen taal kan geven.’ De extra tijd en slagkracht dankzij Samen Ouder Worden is merkbaar ook bij de aanbieders van vrijwilligerswerk, zoals Humanitas. Natuurlijk helpt het ook dat de bibliotheek zelf extra middelen van de gemeente heeft gekregen om ouderen digivaardiger maken.

Persona’s

Een nieuwe tool die Samen Ouder Worden in Rotterdam inzet om de kloof tussen vraag en aanbod te dichten is een set van persona’s, die verschillende typen ouderen representeren. Dat kan heel verhelderend werken voor de overwegend hoogopgeleide witte politici, beleidsmakers en andere professional. Die zijn volgens Lameiro vaak echt van goede wil, maar gaan nog teveel uit van assertieve, hoogopgeleide ouderen. ‘Persona’s helpen een wereld te openen, een gezicht te geven aan mensen die zelf niet graag praten over hun penibele situatie.’

Het verschil tussen niet willen en niet kunnen komt nadrukkelijk aan de orde bij enkele persona’s. Zoals Shanti, die in de jaren zestig als vijfjarig meisje vanuit Suriname naar Nederland kwam. Samen met haar man runde ze decennialang een eethuis. Sinds haar man twee jaar geleden overleed, gaat ze af en toe naar de bank om geld op te nemen van de spaarrekening. Ze vertrouwt het digitale gebeuren niet en haar wereldje is klein. Wat zou het mooi zijn als mensen als Shanti een actievere bijdrage aan de samenleving kunnen blijven leveren.

Download hier de pdf Persona's, van het Netwerk Digitale Inclusie Rotterdam. Meer informatie op www.netwerkdigitaleinclusie.nl

Onverwachte antwoorden

Wil je als vrijwilligersorganisatie beter aansluiten bij deze mensen, dan is het belangrijk ze te vragen hoe je ze het beste kunt ondersteunen, zegt Lameiro. ‘Dan kun je best eens onverwachte antwoorden krijgen. Het zou zomaar kunnen zijn dat iemand wel graag aan de slag wil, maar in het begin behoefte heeft aan een maatje om ervaringen mee te delen en vragen aan te stellen.’

Lameiro ziet dat ouderen met een migratieachtergrond bij hun vrijwillige inzet over het algemeen meer behoefte hebben aan het opbouwen van een persoonlijke band. ‘Een te formele manier van werken schrikt vaak af. Zoals een contract dat al ondertekend moet worden terwijl iemand nog niet goed weet wat hij of zij gaat doen. Dat soort zaken maakt de afstand eerder groter dan kleiner. Terwijl deze mensen zich in de eerste plaats gezien, begrepen en gesteund willen voelen.’

Samen Ouder Worden is de brug

Al met al ziet Lameiro dat de wereld van ouderen en vrijwilligers met een migratieachtergrond en die van zorg- en welzijnsaanbieders nog teveel van elkaar gescheiden zijn. ‘Samen Ouder Worden vormt de brug om dichter bij elkaar te komen. Want daar is het begrip, de erkenning én ondersteuning te vinden die beide partijen nodig hebben.’

 

Samen Ouder Worden

Steeds meer mensen worden in hun vertrouwde omgeving oud. Vrijwillige inzet is vaak belangrijk voor hen. Het geeft verbinding, voldoening en structuur: het heeft en geeft zin. De manier waarop de vrijwillige inzet georganiseerd wordt, verandert mee met deze ontwikkeling. Het sluit steeds beter aan bij wat de thuiswonende oudere zelf graag wil en kan doen. En het stelt het traditionele beeld van de kwetsbare hulpvrager en de krachtige vrijwilliger bij.

Op 35 plekken verspreid over het land wordt er onder de noemer Samen Ouder Worden druk geëxperimenteerd en geleerd: wat doen en helpt ouderen om actief te blijven, en welke rol speelt vrijwilligerswerk daarin? Aan de lokale trajecten doen overal verschillende partijen mee. Altijd zijn ouderen zelf er actief bij betrokken, samen met een mix van gemeente, lokale (afdelingen van) vrijwilligersorganisaties, wijk-en buurtorganisaties, zorginstellingen en welzijnsorganisaties.

De samenwerkingspartners hebben een gezamenlijk en duidelijk doel voor ogen: dat mensen actief en waardig ouder worden. Per traject ligt het accent op een ander vraagstuk. Dat kan het vergroten van zingeving zijn, ouderen verleiden vrijwillig actief te blijven of worden, of bijvoorbeeld het versterken van het samenspel tussen de formele en de informele zorg. Het programma Samen Ouder Worden is onderdeel van Langer Thuis. De uitvoering van het programma wordt gedragen door elf landelijke vrijwilligersorganisaties en begeleid door Vereniging NOV.

Afbeeldingen

Bekijk ook

Cookie-instellingen