Lieke Bos, programmamedewerker van Samen Ouder Worden en Annemarie van der Velde, WMO-beleidsmedewerker bij de gemeente, vertellen hoe het proces verliep.
Bos werkt buiten haar uren voor Samen Ouder Worden voor MantelzorgNL, de landelijke vereniging voor mantelzorgondersteuning. Dat betekent dat ze via haar eigenlijke werkgever niet geworteld is in de lokale setting. Het viel haar direct op dat de kleine Hanzestad aan de IJssel veel initiatieven en activiteiten kent. ‘Ik zag direct kansen om daar meer samenhang in te brengen.’
Landelijke expertise
Halverwege 2019 startte ze dan ook met een ronde kennismakingsgesprekken om mogelijkheden tot samenwerking te onderzoeken. ‘Met de welzijnsinstelling, met de woningcorporatie, de ouderenbonden, dagbestedingsaanbieder Zoethout. En met de gemeente, daar wilde ik niet langsheen werken.’
De gemeente was zeker geïnteresseerd in samenwerking, vertelt van der Velde. ‘Wij zagen het als een mooie kans: er kwam landelijke kennis en expertise naar Hattem. Als gemeente hadden we geen budget voor extra’s, maar we zagen wel duidelijk een rol om mee te denken over hoe de inzet van Samen Ouder Worden het meest nuttig zou kunnen zijn.’
Zorgwekkend veel eenzaamheid
En toen werd het 2020 en kwam corona. Maar waar de pandemie vaak als rem op mooie initiatieven werd ervaren, bleek het in Hattem ook een katalysator. ‘Onze samenwerking is daardoor juist intensiever geworden’, zegt Bos. ‘Er ontstond een corona-hulppunt waar verschillende vrijwilligersorganisaties waaronder het Rode Kruis, de kerken en de ouderenbonden bij betrokken waren.’ Periodiek kwamen al deze informele partijen bij elkaar, samen met Bos en Van der Velde.
‘We bespraken hoe het met de ouderen in Hattem ging. Wat konden we ondanks alle maatregelen nog wél organiseren? Zo kwamen we bijvoorbeeld uit op een een-op-een buddy-aanbod. Een andere belangrijke vraag was: wat gebeurde er achter de voordeuren, wat wij niet zagen?’ Het antwoord op die vraag kwam al snel via de medewerkers van de professionele organisaties. De huisartsen, de thuiszorgmedewerkers, maar ook de fysiotherapeut, ze signaleerden het allemaal: er is zorgwekkend veel eenzaamheid.
Meer dan een flyertje
In die situatie met aan de ene kant de formele (en ook wel informele) organisaties die veel eenzaamheid constateren en aan de andere kant veel informele energie om dat te verzachten, was de logische vervolgvraag: hoe knopen we dat aan elkaar? Ook het antwoord op die vraag liet niet lang op zich wachten. Welzijn op Recept was eerder al geïntroduceerd in Hattem, maar kon wel een boost gebruiken.
‘Dat iedereen het eenzaamheidsvraagstuk scherp op het netvlies kreeg, is echt een aanjager geweest voor Welzijn op Recept’, vertelt Van der Velde. ‘En dankzij de inzet van Samen Ouder Worden en dus van Lieke konden we er nu echt een project van maken. Want het klinkt misschien eenvoudig, dat een zorgprofessional een recept voor welzijn voorschrijft. Maar het vraagt meer dan even het flyertje afstoffen.’
Uren erin steken
Bos: ‘Ik kon er vanuit Samen Ouder Worden tijd in steken om samen met de verwijzende huisartsen, fysiotherapeuten en thuiszorgmedewerkers en met de welzijnsorganisatie helder te krijgen: Wat is er nodig om Welzijn op Recept succesvol te laten zijn? Welke partijen moeten er nog meer bij betrokken worden? Hoe moeten de procedures gaan lopen? Er is een werkgroep samengesteld en van daaruit is een plan geschreven, ook met het oog op gemeentelijke subsidie voor de uitvoering van Welzijn op Recept.’
Daarin was de prettige samenwerking met Annemarie ook waardevol, vervolgt Bos: ‘We hebben open het gesprek gevoerd over wat de gemeente nodig had om subsidie te kunnen verstrekken.’ Een van de aspecten die de gemeente belangrijk vond, was dat de monitoring bij voorbaat goed georganiseerd zou worden. Van der Velde: ‘Dan moet dus duidelijk omschreven staan waar je naartoe wilt met Welzijn op Recept. Wat ga je doen en wat moet het opleveren? Hoe ga je dat bijhouden en hoe ga je bijsturen als het ingewikkeld blijkt?’
Geluksmomenten
Inmiddels loopt Welzijn op Recept in Hattem en betaalt de grondige voorbereiding zich uit, ziet Van der Velde: ‘De betrokken organisaties zitten structureel met elkaar aan tafel en dat helpt de voortgang. Het is nu echt een gezamenlijk initiatief. Een van de dingen waarover bij voorbaat afspraken zijn gemaakt, is de terugkoppeling naar de verwijzers. Het is belangrijk dat zij weten of iemand die ze hadden doorverwezen zich ook heeft aangemeld en daadwerkelijk een activiteit of een plekje heeft gevonden. Iedereen weet nu hoe en wanneer er teruggekoppeld wordt.’
De gemeente heeft het mogelijk gemaakt dat de welzijnsorganisatie Monique Scholten in kon zetten als welzijnscoach. Bos: ‘Zij wijst ouderen niet alleen de weg naar de eigen activiteiten van de welzijnsorganisatie, maar kijkt veel breder. Monique kan heel goed doorvragen om erachter te komen waar iemand blij van wordt, waardoor iemand zingeving ervaart. Zo is een vrouw die behoorlijk geïsoleerd leefde, helemaal opgebloeid sinds ze drie uur per week achter de kassa bij een supermarkt mag zitten. Daar ervaart zij geluksmomenten.’
Analytische bril
Bos onderstreept hiermee het belang van kennis van de sociale kaart en de omgeving: ‘De supermarkt in kwestie staat erom bekend dat ze maatschappelijk betrokken zijn.’ Daarmee komt het gesprek op het ons-kent-ons gevoel in een kleine gemeenschap. Dat kan zeker een voordeel zijn, maar brengt ook uitdagingen met zich mee. ‘De partijen werkten hier al prima samen, maar het was wel al langere tijd in dezelfde setting. Soms gaan dingen gewoon zoals ze gaan.’
‘Dan kan het helpen als iemand van buiten Hattem, dus met een ander perspectief, in de lokale situatie komt’, vertelt ze verder. ‘Soms kan er ineens iets doorbroken of in gang gezet worden door iemand zoals Lieke, die de situatie van wat meer afstand analyseert. Ik heb echt zien gebeuren dat mensen op een andere manier met elkaar in gesprek gingen over een vraag.’
Opschudden
‘Ik vind het heerlijk om naïeve vragen te stellen’, reageert Bos: ‘Goh, weten jullie eigenlijk wel dat jullie op dezelfde ochtend dezelfde activiteit aanbieden, bijvoorbeeld. Ik vind het echt een voordeel dat ik hier als buitenstaander startte, totaal blanco. Daardoor kan ik dingen wat makkelijker opschudden. En daardoor ontstaat meer afstemming en samenhang. Dat is hier in Hattem dus anders dan in de meeste andere lokale trajecten van Samen Ouder Worden, waar de programmamedewerker vaak in dienst is van een organisatie die wel lokaal ingebed is.’
Van der Velde sluit af met een ander groot voordeel van de inzet van Samen Ouder Worden in Hattem: ‘Dankzij de middelen van Samen Ouder Worden en Liekes contacten op landelijk niveau hebben we hier verschillende trainingen kunnen geven. Zo volgen professionals en vrijwillige ouderenadviseurs een training over waarderende gespreksvoering. Daardoor verspreidt het voeren van zingevingsgesprekken zich als een olievlek vanuit de welzijnscoach.’