Zestigplussers werken onder werktijd aan hun sociaal pensioen

166 keer bekeken

Werken bij een bedrijf dat jou als zestigplusser de ruimte biedt om je talenten in te zetten voor de samenleving, dat doen Leny Zitter en Annemiek Kaasjager. Beiden werken voor ING en gaan over een paar jaar met pensioen.

Ze maken allebei gebruik van de regeling voor zestigplussers om twintig procent van de werkweek aan vrijwilligerswerk te besteden. ‘Doordat ING dit mogelijk maakt, kan ik me nu al oriënteren op wat ik straks als ik met pensioen ben wil gaan doen aan vrijwilligerswerk.’

Mensen die zich inzetten als vrijwilliger, ervaren vaak een gevoel van gezondheid, geluk en nuttigheid. Om gezond oud te worden, is het belangrijk om ertoe te doen en mee te blijven doen. Dit geldt in het bijzonder voor ouderen die met pensioen zijn. Vrijwillige inzet biedt hen de kans om zich verbonden te voelen met anderen, zinvol bezig te zijn en persoonlijke groei en plezier te ervaren.

Kortom, vrijwillige inzet heeft zin én geeft zin. Petra van Loon, programmamanager van het landelijke programma Samen Ouder Worden, spreekt in dit verband over een ‘sociaal pensioen’. Onderzoek toont aan dat mensen die vóór hun pensioen al vrijwilligerswerk doen, dit vaak ook daarna blijven doen. Het programma wil zestigplussers bewust maken van de vele mogelijkheden om als vrijwilliger actief te zijn, zodat zij ook op latere leeftijd van waarde blijven voor zichzelf en de samenleving.

Onderzoek toont aan dat mensen die vóór hun pensioen al vrijwilligerswerk doen, dit vaak ook daarna blijven doen. 

Op dit moment doet ongeveer 40 procent van de zestigplussers nog geen vrijwilligerswerk. Het is bemoedigend om te zien dat organisaties zoals ING hun medewerkers de kans geven om zich onder werktijd in te zetten voor anderen. Zo werken zij niet alleen aan hun eigen ‘sociale pensioen’, maar dragen ze ook bij aan een hechtere samenleving.

Riant

Twintig procent van de werktijd is riant, vindt Kaasjager. Werkgevers die ook interesse hebben om net als ING hun maatschappelijke verantwoordelijkheid (deels) op deze manier in te vullen, hoeven zich daar volgens haar niet blind op te staren: ‘Niet elke werkgever kan zich dat permitteren. Maar ook al is het maar een paar uur per twee weken, dan nog kunnen medewerkers een zinvolle bijdrage leveren aan de maatschappij. Overigens kan het ook een onderwerp zijn tijdens de cao-onderhandelingen: je kunt misschien iets minder loonsverhoging met elkaar afspreken, in ruil voor een programma met MVO-uren.’

Motivatie

Leny Zitter geeft aan dat het hebben van meer energie een van de voordelen is van het vrijwilligerswerk onder werktijd. Behalve voor zichzelf is dit uiteraard ook een belangrijk pluspunt voor de werkgever. Het geeft inhoud aan het maatschappelijk profiel van het bedrijf, maar ook versterkt het de employability van oudere werknemers, het houdt de werknemers langer gemotiveerd en het werven van medewerkers wordt als makkelijker ervaren.

Met het thema Sociaal Pensioen richt het programma Samen Ouder Worden zich voornamelijk op 60-plussers die in hun levensfase het perspectief geleidelijk meer richt op het leven ná de loopbaan. Daar kan zeker nog betaald werk bij zitten, maar daarnaast bijvoorbeeld ook vakanties, hobby’s, oppassen op kleinkinderen en vrijwilligerswerk.

Annemieke Kaasjager refereert aan onderzoek: ‘Vrijwilligerswerk levert fitte, energieke werknemers die een goede bijdrage kunnen blijven leveren en daardoor blijft het ziekteverzuim laag. Andersom heb ik in mijn werk als HR-professional ook geregeld gezien dat langdurig zieke medewerkers sneller re-integreren dankzij vrijwilligerswerk.’

Vrijwilligerswerk levert fitte, energieke werknemers die een goede bijdrage kunnen blijven leveren en daardoor blijft het ziekteverzuim laag. 

Blijvende betrokkenheid

De extra energie zorgt behalve voor een ronkende turbo ook voor blijvende betrokkenheid bij de organisatie, merkt Kaasjager. En ook daar hebben zowel zijzelf als ING profijt van: ‘Dat ik onder werktijd vrijwilligerswerk mag doen, motiveert mij nog meer om mijn ervaring en skills over te dragen aan mijn collega’s, zodat deze behouden blijven voor de organisatie.’

Ingroeimodel

Ook organisatorisch is het makkelijker te behappen als het om minder uren gaat dan bij ING. Bij Zitter kostte het best wat tijd voor ze daadwerkelijk kon starten. ‘De rest van het team vangt het op en dat was best passen en meten. Het is een ingroeimodel geweest, doordat coaching trajecten die ik begeleidde afliepen, ontstond er ruimte.’ Kaasjager vindt het ‘super’ dat ING op deze manier iets teruggeeft aan de samenleving. ‘Doordat ING dit mogelijk maakt, kan ik me nu al oriënteren op wat ik straks als ik met pensioen ben wil gaan doen aan vrijwilligerswerk.’

Doordat ING dit mogelijk maakt, kan ik me nu al oriënteren op wat ik straks als ik met pensioen ben wil gaan doen aan vrijwilligerswerk. 

Energiebron

Het woord energie is al een paar keer gevallen. Maar wat is de energiebron van deze beide vrouwen? Ofwel, wat doen ze qua vrijwilligerswerk? Ze werken allebei als taalmaatje met mensen voor wie Nederlands niet de moedertaal is. Een deel van deze mensen zit in het inburgergingstraject. Zitter combineert twee functies bij een taalinstituut: ‘Ik werk als taalcoach een-op-een met mensen en verder ben ik klasse-assistent bij het vak oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt. Ik help de deelnemers bijvoorbeeld met cv’s opstellen en ik oefen sollicitatiegesprekken met ze.’

Direct bijdragen

Hoewel het werk in het verlengde van haar ervaring en skills ligt, merkt Zitter hoe bijzonder het is om voor deze mensen op zo’n directe manier bij te kunnen dragen aan hun kwaliteit van leven. ‘Ik heb veel bewondering voor hun veerkracht. Er was een man die zeven jaar in asielzoekerscentra had gewoond. Hij had geen diploma’s, maar was altijd aan het klussen. Toen hij eenmaal statushouder was is hij via het taalinstituut opgeleid tot huisschilder en nu is hij volop aan het werk. Dan is het ultieme doel bereikt: goed voor hemzelf en goed voor de BV Nederland.’

Er was een man die zeven jaar in asielzoekerscentra had gewoond. Hij had geen diploma’s, maar was altijd aan het klussen. Toen hij eenmaal statushouder was is hij via het taalinstituut opgeleid tot huisschilder en nu is hij volop aan het werk. Dan is het ultieme doel bereikt: goed voor hemzelf en goed voor de BV Nederland. 

Diversiteit

Beide vrouwen leren door dit vrijwilligerswerk veel over andere culturen en diversiteit. In een internationale organisatie als ING is dat een grote meerwaarde. ‘Heeft iemand een andere mening dan jij’, zegt Kaasjager, ‘dan heeft dat meestal niets met jou te maken maar alles met iemands achtergrond en kaders waarmee hij is opgegroeid. Iedereen neemt van daaruit zijn eigen gedrag mee. Vertelt iemand niet zoveel uit zichzelf, dan zul je dat op een andere manier moeten aanboren. Zo werk ik met een vrouw uit Oekraïne, die drie keer een afspraak afzegde omdat ze hoofdpijn had. Dat kan, maar ik ga dan samen op zoek naar manieren om toch door te kunnen gaan met het traject. We zijn er op uitgekomen dat we de taal coaching voortaan wandelend doen. Dat werkt prima, ook tegen de hoofdpijn.’

Het is zó waardevol om je eigen blauwdruk te kennen. Vrijwilligerswerk kan helpen om te ontdekken hoe die van jou eruit ziet. 

Blauwdruk

Net als bij Zitter ligt het vrijwilligerswerk bij Kaasjager in het verlengde van haar eigenlijke baan. ‘Met zoveel jaar ervaring heb je al veel in je rugzak zitten, maar het is heel mooi om het nu toe te kunnen passen in dit vrijwilligerswerk. Ik heb herontdekt hoe blij ik word als ik iemand verder kan helpen in de ontwikkeling. Oorspronkelijk ben ik opgeleid als docent, en daar waar ik in het begin van mijn carrière blij van werd, dat blijken nog steeds de dingen te zijn die me voldoening geven.’ Enthousiast sluit ze af: ‘Het is zó waardevol om je eigen blauwdruk te kennen. Vrijwilligerswerk kan helpen om te ontdekken hoe die van jou eruit ziet.’

Auteur: Tea Keijl

Afbeeldingen

Bekijk ook

Partners:     Movisie

Cookie-instellingen