Programmamedewerker Iris Traets: ‘We varen allemaal op dezelfde energie. Dat is goud waard.’
Iris Traets trekt in Roosendaal de kar van het lokale traject van Samen Ouder Worden. Gevraagd naar het belangrijkste doel binnen noemt ze een sterkere samenwerking tussen de afzonderlijke vrijwilligersorganisaties. ‘Gezamenlijk toewerken naar een basishouding van niet oordelen en ervan uitgaan dat niet jij als professional de oplossing aandraagt, maar dat de ander die al in zich draagt.’ Het gedachtegoed van Machteld Huber, de positieve gezondheid is daartoe het verbindende middel. ‘Dáár zit onze energie.’
Het eigen winkeltje
Professionals vanuit verschillende organisaties brengen in samenwerkingsverbanden onherroepelijk hun eigen achtergrond mee. Of, zoals Traets het omschrijft: ‘Mensen redeneren toch vaak vanuit hun eigen winkeltje.’ Toen ze in 2019 aan de slag ging met dit traject, was één ding duidelijk: dat wilde ze koste wat het kost voorkomen. Een paar jaar eerder had ze kennis gemaakt met positieve gezondheid en sindsdien koesterde ze de wens om daar actief mee te werken: in gesprek gaan met een brede blik, open luisteren en aansluiten bij de inwoner.
Bovenstaande doelenplaat kun je als pdf downloaden.
Bont gezelschap
‘Nou kan ik los’, dacht ze, toen ze de kans kreeg het Samen Ouder Worden traject te leiden. Ze verzamelde een groep professionals en vrijwilligers om zich. ‘Stuk voor stuk mensen waarvan ik wist dat ze breder willen en kunnen kijken dan hun eigen organisatie.’ Dat resulteerde in een startsessie met een bont gezelschap: iemand van de GGD, van de welzijnsinstelling, de drie grote vrijwilligersorganisaties, een predikant, een beleidsambtenaar, en mensen uit cultuur en onderwijs.
Compact geografisch gebied
‘In totaal ongeveer 25 mensen. Vanaf moment nul had iedereen dezelfde drive. We voelden dat we met het instrument van de positieve gezondheid samen een mooi avontuur aangingen. We wilden vrijwilligers warm gaan maken om ermee aan de slag te gaan.’ In diezelfde periode diende zich een concrete aanleiding aan waarop de energie zich kon richten: de vijf bloemenflats, een compact geografisch gebied in het zuiden van de stad. Een mooi aanknopingspunt om werkende weg met verschillende organisaties nieuwe wegen te exploreren. Met een duidelijke gezamenlijke agenda: samen met ouderen verkennen hoe iemand zingeving kan ervaren.
Open gesprekken
Van oudsher waren de genoemde bloemenflats seniorencomplexen, maar de laatste jaren zijn er ook jonge mensen komen wonen, waaronder mensen met psychische kwetsbaarheden en arbeidsmigranten. Typisch een omgeving die wel wat extra aandacht kan gebruiken. ‘De oorspronkelijke bewoners voelden zich soms onveilig en meldden overlast’, vertelt Traets. ‘Met het gedachtegoed van de positieve gezondheid zouden we daar uitstekend uit de voeten kunnen. Vooral de open manier van gesprekken voeren, zonder te oordelen. Hoe gaat het met u? Wat valt u op? Wat wilt u eventueel veranderen en welk stapje kunt u zelf zetten?’
Geen rapportcijfers
Een concreet project was geboren. Een groepje vrijwilligers die al huisbezoeken deed in de bloemenflats, werd getraind in de andere manier van gesprek voeren. Zij nodigden alle flatbewoners uit. We willen graag horen hoe het met u gaat, stond er op de flyer. Dertig mensen gingen daar op in en dat leverde prachtige gesprekken op. Tijdens het gesprek geven mensen hun eigen leven scores op de zes levensdomeinen van positieve gezondheid. ‘En dat ervaren ze, helemaal terecht, niet als rapportcijfers. We krijgen terug dat de mensen het bijzonder vinden dat ze niet beoordeeld worden. “Áls er al iemand oordeelt, dan doe ik het zelf”, zei iemand.’
Leerzaam en confronterend
Deze manier van werken is leerzaam en soms ook confronterend, weet Traets. Het gaat ook over op de eigen handen leren zitten. Niet de problemen van de ander op willen lossen, maar ze bij die persoon laten. Zoals in het voorbeeld van de mevrouw die last had van het zwerfvuil: ‘Normaalgesproken zou de vrijwilliger zelf de beheerder van de flat bellen om het op te lossen. Maar de nieuwe manier van denken en werken is zorgen dat de flatbewoner zelf in actie komt. De vrijwilliger kan wijzen op de app om overlast te melden. Lukt het installeren niet? Dan kan de hulp zich dáár op richten.’
Olievlek
Geïnspireerd door dit eerste succesvolle project maakten de enthousiastelingen van het eerste uur bij hun respectievelijke achterbannen vrijwilligers warm om zich ook te laten trainen. Die training is best kostbaar, maar dankzij de betrokken beleidsambtenaar zijn er nog eens tien extra vrijwilligers opgeleid. Bovendien betaalde de gemeente drie train-de-trainer trajecten. ‘De drie grootste vrijwilligersorganisaties kunnen daardoor vanaf komend najaar samen vele tientallen vrijwilligers opleiden.’
Veerkracht vinden
Traets benoemt een paar keer dat de gezamenlijke energie zeer belangrijk is voor het versterken van de samenwerking tussen organisaties. In hoeverre speelt het werken volgens de positieve gezondheid daarin een rol? Zou een vergelijkbare drive ook kunnen ontstaan met een ander concept? Voor Traets staat het vast: ‘De keuze voor positieve gezondheid is cruciaal geweest.’ Deze manier van het gesprek voeren werkt niet alleen goed tussen hulpverlener en cliënt, het blijkt ook heel goed te werken tussen hulpverleners onderling en tussen samenwerkingspartners. ‘In de spiegel kijken is voor iedereen heel verrijkend. Eerst naar jezelf kijken en naar wat je zelf bij kunt dragen. Die veerkracht vinden, dat is iets heel wezenlijks in de positieve gezondheid.’
Interview Tea Keijl
Foto's : Eduardo Barrios via Unsplash & Mijnpositievegezondheid.nl
Bijlagen:
Samen Ouder Worden
Steeds meer mensen worden in hun vertrouwde omgeving oud. Vrijwillige inzet is vaak belangrijk voor hen. Het geeft verbinding, voldoening en structuur: het heeft en geeft zin. De manier waarop de vrijwillige inzet georganiseerd wordt, verandert mee met deze ontwikkeling. Het sluit steeds beter aan bij wat de thuiswonende oudere zelf graag wil en kan doen. En het stelt het traditionele beeld van de kwetsbare hulpvrager en de krachtige vrijwilliger bij.
Op 35 plekken verspreid over het land wordt er onder de noemer Samen Ouder Worden druk geëxperimenteerd en geleerd: wat doen en helpt ouderen om actief te blijven, en welke rol speelt vrijwilligerswerk daarin? Aan de lokale trajecten doen overal verschillende partijen mee. Altijd zijn ouderen zelf er actief bij betrokken, samen met een mix van gemeente, lokale (afdelingen van) vrijwilligersorganisaties, wijk-en buurtorganisaties, zorginstellingen en welzijnsorganisaties.
De samenwerkingspartners hebben een gezamenlijk en duidelijk doel voor ogen: dat mensen actief en waardig ouder worden. Per traject ligt het accent op een ander vraagstuk. Dat kan het vergroten van zingeving zijn, ouderen verleiden vrijwillig actief te blijven of worden, of bijvoorbeeld het versterken van het samenspel tussen de formele en de informele zorg. Het programma Samen Ouder Worden is onderdeel van Langer Thuis. De uitvoering van het programma wordt gedragen door elf landelijke vrijwilligersorganisaties en begeleid door Vereniging NOV.