Een inzet die wenselijk is voor de door de overheid gepropageerde participatiesamenleving. Zijn overheid en vrijwilligersorganisaties zich voldoende bewust van de potentiële afname van het aantal vrijwilligers?
Hoewel al decennialang ongeveer 40% van de Nederlanders vrijwilligerswerk doet (volgens CBS zelfs 50%), biedt dit geen garantie dat dit in de toekomst zo blijft. De groeiende groep mensen die eigen verantwoordelijkheid belangrijk vindt, vindt dat vooral de ander zichzelf moet redden. Motivaction onderzocht dat 40% van de Nederlanders nu vrijwilligerswerk doet. Van de ondervraagden staat 31% achter het overheidsbeleid dat burgers minder vaak een beroep moeten doen op de overheid en eigen verantwoordelijkheid moeten nemen. Hoewel steeds meer mensen achter dat overheidsbeleid staan, zijn zij niet per definitie degenen die nu ook vrijwilligerswerk doen.
Wie zet zich in en wie niet?
Motivaction deelt de Nederlandse bevolking in op basis van opvattingen, houding en gedrag en komt dan tot vier burgerschapsstijlen: de verantwoordelijken, de plichtsgetrouwen, de structuurzoekers en de pragmatici (zie kader onderaan artikel). Vooral de verantwoordelijken en plichtsgetrouwen zetten zich vrijwillig in voor anderen, maar deze bevolkingsgroepen nemen sterk af de komende decennia. De pragmatische en verantwoordelijke burgers zijn voorstander van meer zelfstandigheid, de structuurzoekende en plichtsgetrouwe Nederlanders juist niet. Jorrit Hoekstra, onderzoeker en adviseur bij Motivaction: “Wij verwachten dat het draagvlak voor zelfredzaamheid in de participatiesamenleving toe zal nemen, maar dat de bereidheid om zélf mee te doen aan vrijwilligerswerk zal afnemen. Dit omdat de groep pragmatici sterk in opkomst is.”
Meer aandacht voor verschillende groepen burgers
Hoewel Vereniging NOV heel trots is op de vrijwillige inzet in Nederland, neemt zij het signaal van Motivaction serieus. Directeur Joost van Alkemade: “Het is belangrijk om goed te onderzoeken wat we als samenleving weggooien of winnen bij een sterke focus op eigen verantwoordelijkheid en individuele zelfredzaamheid en niet op de inzet voor de ander en met elkaar. Het blijft ongelofelijk belangrijk dat de samenleving en haar organisaties toegerust zijn om verschillende groepen burgers te blijven betrekken, te waarderen en competent te laten zijn in hun vrijwilligerswerk. Dit geldt zowel burgers die niet zelfredzaam zijn, maar wel mee willen doen, als burgers die wel zelfredzaam zijn, maar (nog) niet meedoen.”
Vrijwilligerswerk anders organiseren, focus veranderen
Hoekstra: “Het percentage dat deelneemt aan vrijwilligerswerk is al een aantal decennia gelijk. Om dat zo te houden zullen ook de pragmatici in toenemende mate een steentje moeten bijdragen. Om hen te verleiden en te binden is het nodig dat vrijwilligersorganisaties hun activiteiten flexibeler opzetten. Bovendien moeten die vrijwilligersactiviteiten niet alleen gericht zijn op het voordeel voor de ander, maar het moet de vrijwilligers zelf ook vaker wat opleveren. En het mag professioneler georganiseerd.” De pragmatische burgers die wel vrijwilligerswerk doen, organiseren dit nu meestal zelf. Terwijl bijvoorbeeld plichtsgetrouwen vaker vrijwilligerswerk doen via een organisatie met betaalde medewerkers, zoals in zorg en welzijn vaak het geval is.
Meer zelf doen geldt voor de ander
Ondanks dat de pragmatici lippendienst bewijzen aan de participatiesamenleving, is hun werkelijke bijdrage volgens Hoekstra beperkt. “Meer zelf doen geldt voor de ander, maar niet voor henzelf. Om de participatie van deze pragmatische groep te verhogen en daarmee de participatiegraad van gehele samenleving op peil te houden, moet je middelen vrijmaken voor de werving, de begeleiding en het behoud van pragmatische vrijwilligers. Dit zal de komende decennia een aanzienlijke veranderopgave betekenen voor de overheid en de vrijwilligersorganisaties. De overheid en het maatschappelijk middenveld zijn nu vooral gericht op kansarme groepen – vaak behorend tot de structuurzoekers – door hen in staat te stellen om meer zelfredzaam te worden. Maar wie zet zich in de toekomst in voor hen of andere doelen in de samenleving in? De vraag is of overheid en maatschappelijk middenveld de opkomst van de pragmatische burgers en hun eigen participatiestijl wel op de radar hebben.”
Bron: Motivaction
Meer informatie
U kunt hier de factsheet van het onderzoek downloaden. Meer informatie krijgt u bij Joost van Alkemade, directeur NOV, 06 10764885, j.vanalkemade@nov.nl
Over het onderzoek
Het onderzoek is tussen 11 tot en met 18 februari 2016 verricht door Motivaction. Het onderzoek is uitgevoerd onder leden van het StemPunt-panel van Motivaction via de internetmethode en is representatief voor representatief voor opleiding, leeftijd, geslacht, regio, waarden (Mentality-mileus), de interacties daartussen en stemvoorkeur. De vragenlijst is uitgezet onder 6200 Nederlanders. 1.021 Nederlanders tussen de 18 en 70 jaar hebben de vragenlijst volledig beantwoord.
De burgerschapsstijlen van Motivaction
Doelgroepen voor vrijwilligerswerk worden doorgaans onderscheiden op basis van 'harde', sociodemografische kenmerken zoals leeftijd, opleiding en geslacht. Zij verschillen echter ook meer algemeen in de manier waarop zij in het leven staan, ongeacht bijvoorbeeld hun leeftijd, opleiding of geslacht. Vaak zijn deze 'zachte' kenmerken van vrijwilligers zelfs het meest bepalend voor hun opvattingen, attitudes en gedrag. In Nederland onderscheidt Motivaction vier burgerschapsstijlen: plichtsgetrouwen, verantwoordelijken, pragmatici en structuurzoekers.
- Vrijwilligers met een plichtsgetrouwe burgerschapsstijl zijn sterk maatschappelijk betrokken, met name bij de directe leefomgeving en de lokale overheid. Zij worden gedreven door plichtsbesef en gezagsgetrouwheid en voelen zich prettig binnen de traditionele vormen van vrijwilligerswerk en de manier waarop dat georganiseerd is.
- De verantwoordelijke vrijwilligers worden gedreven door betrokkenheid bij de ‘publieke zaak’. Zij voelen zichzelf hiervoor in hoge mate verantwoordelijk. Zij zien vrijwilligerswerk als een belangrijk onderdeel van de publieke zaak en nemen een coöperatieve maar kritische houding aan ten aanzien van vrijwilligersorganisaties en de overheid. Veel medewerkers van vrijwilligersorganisaties en de overheid behoren tot deze groep.
-
De pragmatische vrijwilligers zijn utilitaire individualisten met een sterke materialistische gedrevenheid. Dit uit zich in selectieve interesse voor publieke zaken. Zij doen vaak wel aan vrijwilligerswerk als zij het directe persoonlijke voordeel daarvan inzien.
-
Structuurzoekers zijn weinig maatschappelijk betrokken maar worden wel gedreven door een behoefte aan maatschappelijke erkenning. Men voelt zich echter meestal niet erkend door de overheid, heeft weinig vertrouwen in de overheid en staat negatief tegenover maatschappelijke verplichtingen zoals vrijwilligerswerk. Toch doen zij wel degelijk aan vrijwilligerswerk via de sportclub of in de buurt.