Tekst: Ronald Hetem, Foto: Workshop in Stadskantoor Deventer, Ruud van der Graaf
Inmiddels is het geen bijzonderheid meer om te constateren dat er grote verschillen zijn tussen gemeenten. En dat geldt ook voor het vrijwilligerswerkbeleid. De inventarisatie laat het volgende zien:
- Algemeen vrijwilligerswerkbeleid verdwijnt steeds meer naar de achtergrond
- Vrijwilligerswerkbeleid is steeds vaker instrumenteel gekoppeld aan gemeentelijke beleidsdoelen
- Heel soms zijn vrijwilligersinitiatieven sturend
Een algemene trend is dat gemeenten meer en vaker bewoners, vrijwilligersorganisaties en initiatieven (willen) betrekken bij het opstellen van hun beleid. Enerzijds omdat vrijwilligers en actieve burgers bij de uitvoering een rol hebben en gemeenten afhankelijk zijn van hun betrokkenheid bij de uitvoering. Anderzijds omdat die samenwerking informatie oplevert over wat leeft en speelt in de samenleving. Echter, de wijze waarop uiteindelijk de facilitering, ondersteuning en waardering van de lokale vrijwillige inzet wordt vormgegeven, is zeer uiteenlopend. Waar de ene gemeente een apart vrijwilligerswerkbeleid heeft voor de ondersteuning en facilitering van het vrijwilligerswerk, heeft een andere gemeente hier geen specifieke visie op en is een weer ander gericht op de ondersteuning en samenwerking met vrijwilligersorganisaties voor het bereiken van specifieke maatschappelijke doelen. De samenwerking met vrijwilligersorganisaties is dan ook per gemeente verschillend. Deze verschillen komen voort uit de keuze van gemeenten voor de rol en de verhouding die ze willen ten opzichte vrijwilligers en burgerinitiatieven. In eerdere publicaties van het NSOB (pdf) worden deze verschillende rollen waarmee gemeenten zich kunnen verhouden tot burgerinitiatieven onderverdeeld in vier perspectieven. Deze vier perspectieven zien we ook terug in hoe gemeenten het vrijwilligerswerkbeleid vormgeven. Achteraan in dit artikel staat een toelichting op deze vier overheidsperspectieven.
Download Inventarisatie
Zelfstandig vrijwilligerswerkbeleid niet altijd beter?
Gemeenten met zelfstandig vrijwilligerswerkbeleid hebben vaker een beleid waarin de ondersteuning en ondersteuningsstructuur voor het vrijwilligerswerk is uitgewerkt en er strikte regels zijn voor het aanvragen van subsidies. Een voorbeeld hiervan is Maassluis. Deze gemeente kent een organisatiebudget voor het steunpunt plus structurele subsidies en eenmalige subsidies voor vrijwilligersorganisaties. De aanvragen verlopen via het subsidieloket, waarbij voor de eenmalige subsidies (ook bedoeld voor innovatie) een checklist met criteria is en er vindt vooraf een gesprek plaats. Voor de structurele subsidies wordt een uitvoeringsovereenkomst gesloten waarin ook KPI’s (kritische prestatie indicatoren) en de normen benoemd worden. De gemeente zit in een veranderproces en is op weg naar meer sturen op maatschappelijke effecten en benadert het vrijwilligerswerk steeds instrumenteler. Dat wil niet zeggen dat de brede ondersteuning verdwijnt. Die blijft als een soort van basisvoorziening voor alle vrijwilligers en hun organisaties bestaan.
Koppeling met gemeentelijke opgaven
In meer en meer gemeenten zien we dat er een koppeling plaatsvindt van de subsidie met de maatschappelijke opgaven van de gemeenten. Aan de subsidies worden prestatiedoelen gekoppeld. Organisaties kunnen op financiële ondersteuning van de gemeente rekenen wanneer ze met hun werkzaamheden aantoonbaar bijdragen aan de beleidsdoelen of de grote maatschappelijke opgaven van de gemeente. Deze gemeenten ontwikkelen een instrumentele visie op het vrijwilligerswerk en zijn op zoek naar methoden om de effecten van de vrijwillige inzet te meten.
Een van de voorbeelden hiervan is de gemeente Maastricht. Sinds 2017 is in die gemeente een subsidieverordening van kracht voor de subsidiëring van vrijwilligersorganisaties en bewonersinitiatieven die met hun activiteiten bijdragen aan de beleidsdoelstellingen van de gemeente op het terrein van welzijn en zorg. Deze verordening heet zelfs verordening Subsidies Vrijwilligersactiviteiten Welzijn en Zorg. En Maastricht is zeker niet de enige gemeente die zich zo ontwikkelt. Deze verschuiving in het beleid van gemeenten naar een gerichte ondersteuning van die vrijwilligersorganisaties die bijdragen aan de resultaten van verschillende gemeentelijke beleidsdoelen heeft tot gevolg dat het aantal gemeenten met zelfstandig vrijwilligerswerkbeleid minder wordt. Deze gemeenten zijn gericht op de grotere maatschappelijke opgaven zoals de zorg, energietransitie, recreatie, economie en verkeer. Vrijwilligers en hun organisaties zijn een onderdeel van de oplossing en het bereiken van de doelen. Er is geen apart vrijwilligerswerkbeleid meer, maar het vrijwilligerswerk is een integraal onderdeel van het beleid voor de grotere maatschappelijke opgaven.
Compromissen binnen gezamenlijke sociale doelstellingen, andere domeinen onderbelicht
Net als in Maastricht zijn er ook in andere gemeenten, zoals Groningen en Dordrecht, bijeenkomsten met vrijwilligersorganisaties. Deze bijeenkomsten zijn bedoeld voor het informeren over de beleidsdoelen en de onderlinge samenwerking en samenwerking met de gemeente te stimuleren en afspraken te maken over de bijdragen van organisaties en initiatieven aan de maatschappelijke opgaven van de gemeenten.
Voorbeelden van deze netwerkende aanpak zijn vooral te vinden binnen het sociaal domein. Het gaat dan om het vergroten van de participatie, sociale veiligheid en grotere zelfredzaamheid waaronder ondersteuning bij het langer zelfstandig blijven wonen. In andere domeinen dan het sociaal domein vindt veel minder overleg plaats met het vrijwilligerswerk. In deze netwerkende aanpak is er vaak nog wel onderhandelingsruimte en kan de ondersteuning van het vrijwilligerswerk een compromis zijn. Wanneer organisaties met eigen initiatieven komen en die passen binnen de doelstellingen van de gemeente, kan dat ook gefinancierd worden.
Zelden initiatieven aan het stuur
Het komt (nog) niet veel voor dat de gemeente ervoor kiest om zich te verbinden met die initiatieven en organisaties die de overheidsdoelen ondersteunen zonder dat ze zelf de leiding hebben, bepalend en sturend zijn. Deze responsieve rol vereist naast vertrouwen in het vrijwilligerswerk, ook een toekomstgerichte visie en beleid waarin gemeenten aansluiten bij de ontwikkelingen in de samenlevingen en in het vrijwilligerswerk. Een gemeente als Utrecht lijkt al belangrijke stappen gezet te hebben om de samenwerking vanuit de vrijwilligers zelf te stimuleren.
Utrechts Model
In Utrecht spreken ze zelf van het Utrechts model waarin het vrijwilligerswerk onderdeel is van de Sociale Basis. Dit is een kadernota waarin een behoefteonderzoek is gedaan onder alle organisaties en vrijwilligers. In expertmeetings is specifiek besproken over onderwerpen als wijkaanpak en bijdragen aan voorzieningen in de wijk. De vrijwilligersadviesraad heeft de ontwikkelingen gevolgd. Gevolg is dat vrijwilligersorganisaties een belangrijk onderdeel zijn van de ontwikkeling van de stad. Hun inzet is niet alleen aanvullend, maar ook vooruitlopend op de professionele dienstverlening. De beweging naar voren die hiermee gemaakt wordt, is dat problemen al worden opgelost voor ze zich voordoen (preventie). Vooral op wijk- en buurtniveau. We zien dit ook in ander grote steden zoals Den Haag en Zwolle. Die gemeenten werken samen met wijknetwerken en ze stellen gezamenlijk met bewoners wijkagenda’s op. De volgende stap is dat wijken steeds meer zelf beslissingsbevoegdheid krijgen en zelf beslissen over de inzet van middelen. De gemeente zet daarvoor de kaders neer en waakt erover dat iedereen meedoet.
Hoe samenwerken met de gemeente?
Uit de inventarisatie van het vrijwilligerswerkbeleid komt dat een groot aantal medewerkers van gemeenten meer samenwerking willen met de vrijwilligersorganisaties en initiatieven. Zij willen dat de vraagstukken in het sociale domein in netwerken samen met inwoners en vrijwilligersorganisaties worden opgepakt en dat de gemeente dit faciliteert en stimuleert. Deze oplossingsgerichte samenwerking vraagt van gemeenten enerzijds heldere kaders en afspraken over de te bereiken doelen en anderzijds om een uitnodigende houding om met initiatieven te komen en die te stimuleren en faciliteren. Kortom een open, naar buiten gekeerde houding waar goede contacten worden onderhouden. Dit is nog maar in weinig gemeenten echt het geval. Ambtenaren geven ook aan dat ze behoefte hebben aan ondersteuning bij de het contact met de vrijwilligersorganisaties en het stimuleren van die organisaties om met de gemeente samen te werken. In gemeenten met een vrijwilligerscentrale of een steunpunt voor het vrijwilligerswerk wordt daar de ondersteuning gezocht. In andere gemeenten wordt de samenwerking gezocht met grote lokale partners in het vrijwilligerswerk die een rol spelen in de oplossing van het maatschappelijke vraagstuk.
Canvas voor samenwerking
Voor het ondersteunen van de samenwerking tussen gemeenten met de vrijwilligerscentrales en vrijwilligersorganisaties heeft Movisie een canvas ontwikkeld waarin zowel de gemeente als de vrijwilligerscentrale of vrijwilligersorganisaties kunnen beoordelen waar ze elkaar kunnen versterken. Het is niet noodzakelijk deze canvas gezamenlijk in te vullen. Met voldoende kennis van elkaars bedoelingen en doelen kan iedere partij zelf beoordelen of het eigen aanbod of wens past binnen die doelstellingen van de ander en het zinvol is om de samenwerking te zoeken of aan te gaan. Download hier het canvas in Word.
Visie/beleid gemeenten op vrijwilligerswerk
|
Gewenste betrokkenheid vrijwilligers (participatieladder):
|
Toegevoegde waarden, activiteiten, gezamenlijke ambitie.
|
Functie voor vrijwilligerswerk:
|
Doelstelling organisatie of vrijwilligerscentrale
|
- Aparte eigen visie en beleid, onderdeel maatschappelijke opgaven of beleidsarm met werkafspraken en netwerkoverleggen.
- Welke doelstelling heeft de gemeente met de vrijwillige inzet:
- Perspectief van de gemeente:
– Rechtmatige overheid
– Presterende overheid
– Netwerkende overheid
– Responsieve overheid
|
- Meebeslissen
- Coproduceren
- Adviseren
- Raadplegen
- Informeren
|
|
- Matchen vraag en aanbod
- Erkennen en waarderen
- Belangenbehartigen
- Promotie
- Deskundigheidsbevordering
- Bevorderen nieuwe ontwikkelingen
|
|
Beleidsafdelingen en contactambtenaren:
|
Doelgroepen, partners en netwerk:
|
Welke subsidies zijn hiervoor voor zowel organisaties als steunpunt VWC?
|
Welke investeringen zijn daarvoor nodig van zowel organisaties als het steunpunt/VWC?
|
Download inventarisatie
Overheidsrollen volgens de NSOB
De samenleving verandert en ontwikkelt zich richting meer zelfredzaamheid van burgers in de samenleving. In dat kader verschuift ook de rol van de overheid en dat heeft gevolgen voor het vrijwilligerswerk. Mikis de Winter van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) heeft daarvoor het onderstaande model uitgewerkt. In dit model worden vier rollen van gemeenten onderscheiden.
1. Rechtmatige overheid
Bij een rechtmatige overheid is het uitvoeren van wetten en regels de basis van het overheidshandelen. Kenmerkend voor deze rol is dat de gemeente heldere procedures heeft waarmee uitvoering wordt gegeven de wettelijk een politieke doelen.
2. Presterende overheid
De presterende overheid is gericht op de resultaten. In deze rol richt de gemeente zich op de processen en methoden de beleidsdoelen te bereiken. Belangrijk hierbij is dat de resultaten meetbaar zijn. De processen worden daarom gestuurd op de meetbaarheid van resultaten.
3. Samenwerkende overheid
In de rol waar sprake is van een samenwerkende overheid probeert de gemeenten haar beleidsdoelen te bereiken door samenwerkingsverbanden aan te gaan. De gemeente blijft wel in de lead maar zal door middel van onderhandelingen en compromissen met de veldpartijen proberen haar doelen te bereiken.
4. Responsieve overheid
In de rol van responsieve overheid faciliteert en ondersteunt de gemeente initiatieven uit de samenleving. De gemeenten gaat niet voor de eigen doelstellingen maar sluit aan bij de bewegingen in de samenleving.
In het kader van de meer zelfsturing en eigen regie zullen gemeenten vaker de rol van samenwerkende en responsieve overheid op zich gaan nemen. En dat heeft gevolgen voor de samenwerking met vrijwilligersorganisaties. Vrijwilligersorganisaties en projecten zijn in de regel initiatieven die vanuit de samenleving komen. Of het nu gaat om sportverenigingen, natuurorganisaties of vrijwilligersorganisaties in de zorg, ze zijn allemaal ontstaan vanuit de inwoners zelf.