Een hulpvrager die aangeeft geen LHBTI vrijwilliger over de vloer te willen krijgen. Een vrijwilliger die zich steeds negatief uitlaat over hulpvragers met een bepaalde migratieachtergrond. Op papier lijkt het makkelijk om hier als organisatie mee om te gaan: wij accepteren geen discriminatie. Maar de praktijk is weerbarstiger. Want misschien is die vrijwilliger onmisbaar voor veel hulpvragers. Of is het je als eerste organisatie gelukt om achter de voordeur te komen bij een gezin in een kwetsbare positie.
KIS doet onderzoek naar discriminatie tussen vrijwilligers en hulpvragers die aan elkaar gekoppeld worden. Denk hierbij aan maatjescontact, hulp bij administratie of klussen in en om het huis, respijtzorg, taalles etc. Hoe ga je hier als vrijwilligersorganisatie mee om?
Vul deze anonieme vragenlijst in en deel je ervaring met ons. Alvast bedankt!