We zijn het eens met Razan Damlakhi en Esseline van de Sande die in de Volkskrant van 3 januari een lans breken voor de positie van nieuwe Nederlanders. Natuurlijk moeten statushouders een goede kans krijgen op de arbeidsmarkt, dat is hard nodig. Maar om de vrijwilligerscultuur in Nederland er de schuld van te geven dat zij die kansen nu niet krijgen, gaat ons te ver.
Waar we op willen wijzen, is dat in Nederland een klimaat is ontstaan waarin een onvrijwillige tegenprestatie de norm is geworden voor mensen die bijstand ontvangen. Overheidsbeleid zorgt ervoor, onder andere via de Participatiewet, dat nieuwe en oude Nederlanders tegen hun wil ‘vrijwilligerswerk’ moeten doen. Heel vaak pakt dat goed uit en haalt het mensen uit hun isolement of lethargie. Het levert echter ook schrijnende verhalen op en daar zouden maatwerk en de menselijke maat ruimte in moeten bieden. Niet per se altijd het sterkste punt van overheidsinstanties. De wetgever en uitvoeringsinstanties als UWV en sociale dienst kunnen daar dus heel wat in verbeteren.
Werkgevers spelen echter ook een hoofdrol. Zoals Damlakhi en Van de Sande zelf al schrijven zouden werkgevers immers oog moeten hebben voor talent en expertise. De arbeidsmarkt in Nederland onderscheidt zich door een steeds verdergaande focus op toprendement en topproductie in alle banen. Het gevolg daarvan is uitsluiting van de kans op financiële autonomie voor heel veel mensen. Zolang Nederland nog geen basisinkomen kent, geeft alleen betaald werk de status van autonomie en zelfstandigheid die voor iedereen zo belangrijk is. Vrijwilligerswerk biedt mensen veel, maar dat nou net niet.
Vooral bij de laagbetaalde banen gaat het er hard aan toe. Het SCP rapporteert al jaren over de steeds maar verder toenemende kansenongelijkheid op de arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt sluit meer en meer groepen uit: ouderen, mensen met een vorm van beperking, laagopgeleiden. En ja, ook nieuwkomers, waarbij aspecten als het niet vlekkeloos beheersen van de taal of het ontbreken van een diploma een excuus kunnen vormen. In onze ervaring is vrijwilligerswerk voor alle mensen, waaronder nieuwe Nederlanders, juist één van de wegen om samen zin te geven aan het dagelijks bestaan, waarbij de eigen motivatie en de morele keuze de maatschappelijke brandstof is en niet de financiële tegenwaarde van loon.
Damlakhi en Van de Sande leggen de oorzaak, of schuld zo je wilt, bij de Nederlandse vrijwilligerscultuur in plaats van bij een slecht toegankelijke arbeidsmarkt en overheidsbeleid. Dat is de wereld op zijn kop.
Joost van Alkemade, directeur Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk