De grote nationale organisaties (olifanten) trekken de aandacht, maar het zijn kleine lokale vrijwilligersorganisaties (mieren) die het verschil maken. Het lokale gemeenschapsleven is de tot nu toe onderbelichte thermometer van de samenleving.
Door Jan de Rond en Lucas Meijs
In de jaren zestig van de vorige eeuw protesteerden twintigers tegen regenten en autoriteiten op allerlei gebied (onderwijs, overheid, kerken). Provoceren en protesteren was het parool. De babyboomers van toen, roeren zich opnieuw, maar nu in het vrijwilligerswerk en gemeenschapsleven. Sinds de eeuwwisseling richten zij in toenemende mate nieuwe maatschappelijke organisaties op. Maar minder provocerend en protesterend. Na de coronacrisis zijn opvallend veel jongeren,18-39 jarigen, vrijwilligerswerk gaan doen, 30% meer. Gaan zij een langdurige coalitie aan met hun milder geworden opa’s en oma’s, de babyboomers?
Vrijwilligerswerk
Rond 2010 gingen de eerste babyboomers met pensioen. Zij kregen meer vrije tijd en stapten massaal over van betaald werken naar vrijwilligerswerk. Het vrijwilligerscorps groeide maar nog harder groeide het aantal uren per vrijwilliger. De instroom wordt goed zichtbaar door het vergelijken van de meerjarig gemiddelden vrijwilligerswerk van de jaren nul en tien. Zowel de onderzoeken in ’s-Hertogenbosch, in Rotterdam én in Nederland laten een stijging van het percentage mensen dat vrijwilligwerk verricht zien van 4,6 tot 5,2 procent punten, een structurele meerjarige toename van ons vrijwilligerscorps, zowel lokaal als landelijk. In tegenstelling tot wat criticasters beweren, het aantal vrijwilligers is na de eeuwwisseling niet af- maar juist flink toegenomen!
Grafiek 1, vrijwilligerswerk in de 21ste eeuw, meerjarig gemiddelde 2000-2009 en 2010-2019
Toelichting: Op de y-as (verticaal) staan de percentages vrijwilligerswerk, op de x-as (horizontaal) de gebieden waar onderzoek naar is gedaan. Rechts de decennia van deze eeuw. Bronnen: Centraal Bureau voor Statistiek (CBS), gemeente ’s-Hertogenbosch en gemeente Rotterdam
"In tegenstelling tot wat criticasters beweren, het aantal vrijwilligers is na de eeuwwisseling niet af- maar juist flink toegenomen!"
In ’s-Hertogenbosch steeg het aantal 65-plussers in het vrijwilligerscorps van 36% in 2010 (zo'n 7.000 mensen) naar 45% in 2022 (ruim 13.000 mensen), een toename van 86% in twaalf jaar!
Grafiek 2, leeftijdsopbouw van het vrijwilligerscorps in ’s-Hertogenbosch 2010 - 2022
Toelichting: Op de y-as (verticaal) de aantallen vrijwilligers, op de x-as (horizontaal) de jaren. Rechts de leeftijdsindeling. Bron: gemeente ’s-Hertogenbosch
Opvallend is dat direct na de coronacrisis ook bij jongeren, leeftijdscategorie 18-39 jarigen, een flinke stijging van het vrijwilligerswerk te zien is, van 26% in najaar 2020 (zo’n 11.800 jongeren), naar 33% in najaar 2022 (zo’n 15.200 jongeren). Een toename van 30% in twee jaar!
Nieuwe organisaties en energie
Vrijwilligerswerk nam ook toe door de grotere mogelijkheid om vrijwilligerswerk te doen. Vanaf begin jaren zestig van de vorige eeuw, de roerige jaren, werd in ’s-Hertogenbosch een toenemend aantal nieuwe organisaties opgericht.
Grafiek 3: oprichting organisaties in ’s-Hertogenbosch in 20ste en 21ste eeuw
Toelichting: Op de y-as (verticaal) het aantal, op de x-as (horizontaal) de 20ste en 21ste eeuw. Bron: data verzameld door De Rond, J.
Vanaf de eeuwwisseling tot en met 2023 werden er in ’s-Hertogenbosch maar liefst 620 nieuwe vrijwilligersorganisaties opgericht! Vooral in het tweede decennium van deze eeuw groeide, net als het vrijwilligerscorps, het georganiseerde gemeenschapsleven hard. In het derde decennium van deze eeuw zien we, mede als gevolg van de coronacrisis, een forse terugval en in 2023 een licht herstel in de oprichting van nieuwe organisaties.
De meeste organisaties zijn opgericht in de sectoren maatschappelijke en sociale doelen (188), kunst/cultuur (172), sport (61), natuur/milieu (42) en onderwijs/onderzoek (41). Het aanbod én de vraag nemen dus beide toe! Er is meer concurrentie om vrijwilligers. Dat voelt als een tekort, maar is het niet!
Grafiek 4, opgerichte organisaties in ’s-Hertogenbosch in de 21ste eeuw 2000 - 2023
Toelichting: Op de y-as (verticaal) het aantal, op de x-as (horizontaal) de decennia van deze eeuw. Rechts de gemeenschapssectoren. Bron: Data verzameld door De Rond, J.
"Er is meer concurrentie om vrijwilligers. Dat voelt als een tekort, maar is het niet!"
De procentueel grootste groei van (vrijwilligers)organisaties in ’s-Hertogenbosch is te zien in de sectoren natuur/milieu (+56%), internationale hulp/solidariteit (+41%) en maatschappelijke en sociale doelen (+40%). Aan de richting waar deze energie en vrije tijd wordt ingezet is te zien welke sentimenten leven en welke koers de samenleving vaart. Dit is in tegengesteld tot wat mopperaars ons willen laten geloven. Een opmerkelijk ontwikkeling.
Onorthodoxe doe-democratie: van grote woorden naar lokale daden
Vrijwilligerswerk is een onorthodoxe vorm van doe-democratie; niet praten maar doen. De grote woorden van de twintigers van de jaren zestig lijken veranderd te zijn in belangrijke lokale daden. Ze lijken milder te zijn geworden: niet meer ergens tegen maar nu ergens vóór. Vanwege hun grote aantal, stevige resources en organiserend vermogen leggen ze veel gewicht in de schaal. Vóór natuur en milieu, vóór internationale hulp/solidariteit en vóór maatschappelijke en sociale doelen gezien de oprichting van nieuwe organisaties ná de eeuwwisseling. Dit zijn, niet toevallig, ook de vraagstukken waar wij als maatschappij voor gesteld staan en waarin we keuzes moeten maken: klimaat, migratie en sociale ongelijkheid.
Beeldvorming
Opiniepeilingen, talkshows, media en publieke opinie besteden veel en vaak, bijna dagelijks, aandacht aan de overheid en de politiek. Ze hebben weinig tijd en aandacht voor het lokale gemeenschapsleven en de veranderingen die daar plaats vinden[1]. Dit is begrijpelijk, mopperende olifanten (grote nationale organisaties) trekken de aandacht, werkende mieren (kleine lokale organisaties) die het meeste werk doen[2], zijn niet interessant. Ondermeer hierdoor raakt de beeldvorming van de tijdsgeest vertekend[3].
De overheid en politiek reageert traag en loopt, zoals Herman Tjeenk Willink, minister van Staat en voormalig vice-voorzitter Raad van State, ooit uitlegde standaard zo’n 10 jaar achter. Dat is volgens hem geen gebrek maar een eigenschap. En daar moeten we volgens Tjeenk Willink blij mee zijn. Stel je voor dat de overheid met alle winden mee zou waaien en constant van koers zou veranderen?
Na de coronacrisis zijn opvallend veel 18-39 jarigen, vrijwilligerswerk gaan doen, 30% meer. De jongeren drukken nadrukkelijk hun neus tegen het maatschappelijke venster. Het is spannend én verstandig om te volgen waar deze generatie dit decennium haar tijd en energie aan gaat besteden[4]. Gaan zij een langdurige coalitie aan met hun opa’s en oma’s, de babyboomers, zoals bijvoorbeeld bij Extinction Rebellion te zien is?
Willen we een redelijk actueel beeld van de onder- en bovenstromen in onze samenleving krijgen dan is het wijs en handig om het (lokale) gemeenschapsleven in de gaten te houden. Daar openbaren de nieuwe gevoelens en maatschappelijke sentimenten zich het eerst.
"Het lokale gemeenschapsleven is de tot nu toe onderbelichte thermometer van de samenleving."
Opiniepeilingen, talkshows en media concentreren zich op snel wisselende opvattingen. We tonen ons gedrag in het lokale gemeenschapsleven. Het lokale gemeenschapsleven is de tot nu toe onderbelichte thermometer van de samenleving[5].
Over de auteurs:
Jan de Rond is sociaal makelaar en BEO Lokale Goededoelengids NL.
Lucas Meijs is hoogleraar strategische filantropie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Versies van dit artikel zijn eerder gepubliceerd in:
Sociale Vraagstukken
Brabants Dagblad