De bezoeker is dan al het welkomstbord gepasseerd met de tekst ‘Leuk dat je bent’,waar met viltstift haastig ‘hier’ tussen geschreven is. Het is duidelijk: er wordt hier gegeten én aan taalvaardigheid gewerkt.
Maar ook aan integratie. Want al negen jaar slaat Broodje Aap & Linke Soep in Tilburg-West een brug tussen culturen. Oprichter Rian van Pelt had het simpele en naar later bleek doeltreffende idee dat als je nieuwkomers samen met Nederlanders laat koken en eten, ze sneller de taal leren, inburgeren en zich kwalificeren voor betaald werk. Anderzijds leren de Nederlandse medewerkers en bezoekers zo andere culturen kennen. En dat is precies wat integratie succesvol maakt, dat je beide kanten uit hun bubbel haalt. Naast de betaalde medewerkers dragen inmiddels 36 vrijwilligers bij aan dit doel. Ze werken als kok, taalvrijwilliger, ondersteuner, bezorger en bestuurslid. Er zijn 24 verschillende culturen vertegenwoordigd bij Broodje Aap & Linke Soep.
‘Eten en samen iets doen, dat werkt verbindend’
Fraai beschilderde handen
Op deze donderdag zijn er liefst twee lunches tegelijk: de wekelijkse lunch voor buurtbewoners, en de aanschuiflunch, die vier dagen per week wordt gehouden voor wie maar wil. Eén voor één dragen de koks, bijna allemaal vrouwen, de kommen en schalen met gerechten binnen, vaak specialiteiten uit hun geboorteland. Daad, die uit Syrië komt, legt uit wat er in de soep zit: ‘courgette, aardappel, knoflook, room en dan eh… mixed up.’ Hierna volgen nog onder meer boreks, dolma’s, biryani, taboeleh en zoete cake voor bij de thee. Bezoekers betalen er 9,50 euro voor, buurtbewoners 3 euro.
Vandaag zit er bij de aanschuiflunch een groep vrouwen die werkt bij Kentalis. Dat is een centrum voor mensen met een beperking in horen of communiceren. Het valt op dat de Kentalis-collega’s en de nieuwkomers dicht bij de eigen groep blijven zitten en dat er niet veel onderling contact is. De koks vertellen weinig meer dan wat er in de gerechten zit. Ellen van Zuylen, die samen met Rian van Pelt de coördinatie doet bij Broodje Aap & Linke Soep, vermoedt dat dat deels komt doordat ze het spannend vinden Nederlands te spreken met onbekenden. ‘Veel van de nieuwkomers beheersen de taal nog niet voldoende voor een langer gesprek. En wat het lastiger maakt is dat de bezoekers van vandaag met een groep zijn gekomen.’
Als Ayaan, die uit Somalië komt, haar gerecht serveert, zijn haar fraai beschilderde handen goed te zien. ‘Dat is henna, dat heeft mijn zus er op gedaan’, vertelt ze opgetogen. ‘Het is speciaal gemaakt voor een bruiloft waar ik naartoe ga en blijft er twee weken op zitten.’ Ayaan woont nu elf jaar in Nederland en is bij Broodje Aap & Linke Soep gaan werken om Nederlands te leren en mensen te leren kennen. Uiteindelijk zou ze graag docent willen worden. ‘Maar ik heb nog twee jonge kinderen thuis dus dat gaat nu even niet.’ Of ze last heeft van de cultuurverschillen met Nederlanders? ‘Nee hoor, de mensen hier zijn als familie. Ik kan altijd alles vragen.’ Naar eigen zeggen heeft ze door Broodje Aap & Linke Soep ook Nederlandse vrienden gekregen. ‘Zij komen bij mij thuis en ik bij hen.’
Positieve energie
De ‘taalrijke keuken’, zo noemen Rian van Pelt en Ellen van Zuylen hun concept. Elke ochtend komen de nieuwkomers vanaf negen uur binnen. Ze beginnen met een uurtje Nederlandse conversatie, vaak over een specifiek thema. Vandaag was dat kerst. Na een korte pauze gaan ze de lunch voorbereiden. Tijdens het koken is de voertaal Nederlands. Al doende de taal leren, dat is het idee.
Naast de lunches zijn er projecten op en met scholen. Soms komen klassen, van de nabij gelegen Hubertusschool bijvoorbeeld, meekoken. Dan is het helemaal een multicultureel festijn, want een klas daar telt al snel acht verschillende culturen. De omliggende buurten, Kruidenbuurt en Kleurenbuurt, zijn bovengemiddeld multicultureel. Maar bij de lunches schuiven hoofdzakelijk witte Nederlanders aan. ‘Dat zijn vaak mensen die geïnteresseerd zijn in nieuwkomers en andere culturen. Bijvoorbeeld omdat ze bij een woningbouwvereniging werken waar veel nieuwkomers van huren, of omdat ze taalmaatje zijn’, zegt Van Zuylen.
Een tweetal vrouwen dat elders in de ruimte zit te lunchen, blijkt hier ook beroepshalve te zijn. Ze werken voor welzijnsorganisatie ContourdeTwern. Buurtondersteuner Eva Pieterse zegt dat zij en collega Jet van Es ‘zomaar’ langs wipten, maar dat ‘zomaar’ blijkt bij nader inzien onderdeel van een strategie te zijn. Pieterse: ‘Ik loop vaak zonder plan of afspraak door een buurt. Ik vergelijk het met vissen. Je vangt altijd wat. Als ik niet iemand tegenkom, bel ik wel ergens aan. Ja, ook bij onbekenden. Sommigen waarderen dat niet, anderen vertellen hun hele levensverhaal. Ik heb nu een hele archiefkast in mijn hoofd van mensen die iets te bieden hebben en mensen die iets nodig hebben.’
Collega Jet van Es: ‘Ik kende iemand die het heel leuk vindt om op te ruimen. Later ontmoette ik iemand die midden in de troep zat. Toen was de link snel gelegd.’
‘De kunst is om negatieve energie om te zetten in positieve energie’, vervolgt Pieterse. ‘Zo klaagde een groepje mensen steeds maar over de rommel op straat. Toen organiseerde ik samen met hen een prikactie. Daar deed een heel gemengde groep aan mee. Muziek, eten en samen iets doen, dat werkt altijd verbindend.’
‘Interesse en durf, daar begint alles mee’
Saryke Sparla, ouderbegeleider bij Kentalis, vertelt hoe zij en haar Nederlandse collega’s bij de aanschuiflunch van Broodje Aap & Linke Soep terechtkwamen. ‘Een dochter van Ayaan, die hier kookt, is een van onze cliënten. Ze was vandaag voor het laatst bij ons. Ayaan zei: kom dan gezellig eten!’
Saryke kende Broodje Aap & Linke Soep wel van naam maar was er nog nooit geweest. Haar eerste indruk? ‘Meteen goed. Zo leer ik een stukje van Ayaans wereld en eigenheid kennen. Ik vind het leuk om andere culturen te leren kennen. Dat moet ook wel in mijn functie, want veel van mijn cliënten zijn tweetalig.’
Is het altijd leuk, met een andere cultuur in aanraking komen, of schuurt het ook wel eens? ‘Nou, je begrijpt elkaar niet altijd meteen. Nederlanders worden vaak erg direct gevonden. Dus je moet soms wat langer werken aan het kweken van vertrouwen. En je moet natuurlijk rekening houden met andere gewoontes, dus niet je schoenen aanhouden of een koekje weigeren bij mensen die dat niet op prijs stellen. Maar dat is me gelukkig nog nooit overkomen, haha.’
Smaakt de aanschuiflunch naar meer? ‘Jazeker, ik denk dat ik hier vaker ga eten. Ik vind het een heel goed initiatief. Het zorgt voor verbinding. Verbinden kan ook zonder elkaars taal te spreken, gewoon door elkaar te groeten bijvoorbeeld. Dat probeer ik ook altijd te doen. Interesse en durf, daar begint alles mee.’
Integratieparadox
Integreren is meer dan de taal leren en samen eten, het is ook volop participeren in de samenleving, bijvoorbeeld via betaald werk. Ook daar voorziet Broodje Aap & Linke Soep in. ‘Dat doen we onder meer door uitstroomplekken voor de nieuwkomers te verzorgen’, zegt Ellen van Zuylen. ‘We brengen ze onder in de horeca, de zorg en bij schoonmaakbedrijven. Sommigen gaan ook vrijwilligerswerk doen. Wat daarbij helpt, is dat hun zelfvertrouwen hier groeit. Als hun Nederlands beter wordt, spreken ze bijvoorbeeld makkelijker hun witte buren aan. Wij stimuleren ze vervolgens om die buren ook eens mee te nemen naar een lunch, en dat gebeurt ook. Die buren zien dan wat de nieuwkomers kunnen. Het is dan niet langer: wat spreek jij slecht Nederlands, maar: wat maak jij lekkere soep!’
Het lijkt een directe en ononderbroken route naar volledige integratie in de Nederlandse samenleving. Maar de laatste jaren tonen onderzoeken paradoxaal genoeg aan dat juist nieuwkomers die veel contact hebben met witte Nederlanders, goed opgeleid zijn en betaald werk verrichten, last hebben van discriminatie, racisme en uitsluiting. Dat leidt bij deze groep, waarin Surinaamse en Caribische Nederlanders sterk vertegenwoordigd zijn, tot groeiend onbehagen. Dat verschijnsel, ‘de integratieparadox’ geheten, werd door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) nog eens met nadruk vastgesteld in het rapport ‘Gevestigd maar niet thuis’ van oktober 2022. Het gesignaleerde onbehagen begint met name bij leden van tweede en derde generaties migranten hier en daar om te slaan in verzet. Het SCP brengt onder meer de Black Lives Matter-protesten in Nederland ermee in verband. Toen het SCP-rapport geschreven werd, had Nederland nog geen premier die vond dat Marokkaanse jongeren ‘met hun rug naar de samenleving’ staan en geen staatssecretaris die ‘een groot integratieprobleem’ ontwaarde. De integratieparadox, het onbehagen daarover en het verzet ertegen, zullen sindsdien niet minder geworden zijn.
Integratie draait volgens het SCP om drie t’s: die van toerusting, toegankelijkheid en trust oftewel vertrouwen. Met toerusting wordt bedoeld dat nieuwkomers de taal leren en goed onderwijs genieten, met toegankelijkheid dat de arbeids- en woningmarkt voor hen open staan en met trust dat er vertrouwen is, zowel in instituties als in andere bevolkingsgroepen. Maar vooruitgang op de eerste twee t’s heeft, op dat zelfde SCP afgaand, deels dus juist een averechts effect. En het vertrouwen in instituties zal niet toenemen onder een kabinet dat zich toelegt op het benoemen van vermeende kwalijke eigenschappen van nieuwkomers, ook als dat Nederlanders zijn die hier geboren en getogen zijn en waarvan alleen de voorouders van elders komen.
Buiten de eigen bubbel
Opvallend is - het blijkt uit onderzoeken van zowel het SCP als het CBS - dat van alle groepen in Nederland de witte Nederlander het meest negatief is over culturele diversiteit én het minst contact buiten de eigen bubbel heeft. Heeft bij de witte Nederlanders meer dan de helft niets op met culturele diversiteit, bij Nederlanders met een Turkse, Surinaamse of Marokkaanse achtergrond ligt dat onder de 20 procent. En waar 30 procent van de Nederlanders zelden contact heeft met mensen van een andere herkomstgroep, is dat bij mensen van Surinaamse herkomst maar 7 procent. De twee verschijnselen lijken met elkaar in verband te staan: onbekend maakt onbemind. Het verklaart ook waarom de PVV de meeste stemmen haalt in witte wijken. Men is niet bang voor wat men kent maar voor wat men niet kent. Al kan het ook andersom zijn: je houdt er niet van dus blijf je er van weg.
Wat dat betreft is er op integratiegebied alle hoop voor Tilburg-West, met zijn gemengde bevolking en de activiteiten van Broodje Aap & Linke Soep.
Afgelopen jaar was Broodje Aap Linke Soep een van de winnaars van de Nationale Vrijwilligersprijzen. Ook waren ze een van de hoofdrolspelers in de documentaire 'Echt iets doen'. Deze reportage is de tweede in een serie van artikelen uit het magazine ' Echt', dat 13 juni 2025 op de uitreiking van deNationale Vrijwilligersprijzen offline verschijnt.