Het aantrekken én behouden van jonge vrijwilligers is voor veel organisaties geen makkelijke opgave. In deze reeks spreekt NOV met verschillende organisaties over de manier waarop zij jongeren betrekken in de organisatie. In een gloednieuw pand op het landgoed van Scouting Nederland vertelt directeur Fedde Boersma bevlogen: ‘Zonder jonge vrijwilligers is er geen scouting.'
Ontwikkeling door spel en samenleving
‘De kern van Scouting Nederland is dat we écht een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Door te spelen leer je ontzettend veel. Je wordt als mens ontwikkeld, bijvoorbeeld in leiding geven, omgaan met anderen, het ontwikkelen van je talenten. Drie belangrijke elementen in onze visie zijn dat je iets doet voor de samenleving, iedereen meedoet én dat het gaat om de reis. Inmiddels bestaat Scouting Nederland al meer dan 100 jaar en zijn we in meer dan 95 procent van alle gemeenten in Nederland aanwezig. We hebben rond de 115.000 leden.’
Jongeren als fundament van de organisatie
‘Zonder jonge vrijwilligers is er geen scouting. Jongeren zijn bij ons de kurk waar de organisatie op drijft. Op lokaal niveau is driekwart van de leiding jongere, we kunnen én willen niet zonder! Het grappige is dat een deel van de jongeren zich helemaal geen vrijwilliger voelt. Het is hun hobby, hun wereld. Ze zijn scout en pakken daarbij een andere rol.
Belangrijk om te noemen, is dat door de manier waarop wij met ons hele spelprogramma omgaan, jongeren al heel vroeg betrokken zijn bij hun activiteit. Het zit in ons spél dat wij jongeren verantwoordelijkheid geven, weerbaar en eigenwijs maken, uitdagen om hun mening te geven en in te zetten voor de groep. Jongeren kunnen bij ons vanaf hun 17e vrijwilliger zijn en tot 21 jaar zijn ze jeugdlid. Een jeugdpoot hebben in je organisatie is wat mij betreft voor een groot aantal clubs écht essentieel, want anders ga je vergrijzen.
Dat is ook wel mijn struggle met het woord jongerenparticipatie. Bij sommige organisaties merk je dat jongerenparticipatie een doel op zich is. Bij ons benoemen we het niet vaak, het ís er gewoon. Natuurlijk gaat dat niet altijd goed, soms worden er beslissingen gemaakt door het bestuur in de vaart der volkeren. Achteraf denk je dan, hadden we dezelfde keuze gemaakt als we jongeren hier vroeger bij hadden betrokken? Het gaat vaak goed en soms moeten we dat wat beter doen.’
Jongeren groeien door en pakken verantwoordelijkheid
‘Ons succes is dat er veel jongeren doorgroeien naar regionale of landelijke activiteiten, tijdens hun rol als leiding op de lokale groep scouting of erna. Ook landelijk zijn er veel jongeren actief in de organisatie. In september vindt er weer een groot event plaats, waarvan het organisatieteam voor driekwart bestaat uit jongeren onder de 25 jaar. Volgens mij is een tweede reden voor ons succes dat wij ervan overtuigd zijn dat jongeren dit kunnen. Wij geven ze ook veel verantwoordelijkheid. Gelukkig melden ook veel jongeren zich aan.
We proberen jongeren ook te betrekken bij bijeenkomsten waarin wij ons verhaal mogen vertellen. In december hielden we een symposium, waar we in zijn gegaan op de vraagstukken van de toekomst. Daar hebben we jongeren laten vertellen waarom dat belangrijk is. Zij hebben ook de oplossingen! Mijn advies is om een jongere mee te nemen als je ergens iets mag vertellen. Als je zelf bijvoorbeeld lokaal contact hebt met je gemeente en mag spreken, kan een jongere écht het authentieke verhaal vertellen. Wij weten niet wat er leeft in de wereld van jongeren, zelfs voor een 18-jarige is het moeilijk voor te stellen wat een 10-jarige beweegt.’
Tegelijkertijd zien we dat op bestuurlijk landelijk niveau het vrijwilligersbestand vergrijst. Jongeren vinden dat echt minder leuk, daar hebben we wat te doen! Een strategie die we daar bewust toe passen is om jongeren het bestuurlijke werk in te trekken door bij ledenvergaderingen jongeren mee te laten nemen door leden. Er zijn natuurlijk genoeg jongeren die een landelijke bestuurlijke context leuk vinden, maar daar komen we nog weinig mee in aanraking. Op deze manier hopen we ze een stap te laten zetten in bijvoorbeeld de lobby.’
Grenzen, FOMO en betrouwbaarheid
‘Wat ik soms merk is dat sommige jongeren last hebben van FOMO: fear of missing out. Jongeren reageren soms op álle vacatures. Dan wordt het teveel. Soms denk je, ik moet ze tegen zichzelf beschermen, máár ze moeten zelf ook tegen hun grenzen aan leren lopen. Als je dat accepteert, heeft dat wel impact op je project, maar dat hoort er dan wel bij.
Een andere uitdaging die ik zie, niet specifiek onder jongeren maar vrijwilligerswerk breed, is: hoeveel tijd heb je beschikbaar, hoe betrouwbaar ben je. Maar of dat nou een 22-jarige of een dertiger is, ik benader ze niet anders. Wij zijn echt een platte organisatie. Om een voorbeeld te geven: in 2022 hadden we een grote internationale conferentie, daar was het hoofd communicatie een 18-jarige die het geweldig heeft gedaan.’
Thuis voelen door ruimte en verantwoordelijkheid
‘Ik denk dat we het thuis voelen vooral zit in de ruimte en de verantwoordelijkheid die we jongeren geven. We zijn aan het kijken op een aantal thema’s of we iemand met meer ervaring als coach kunnen inzetten naast een vrijwilliger. Een groot internationaal evenement met 4000 Europese jongeren in 2018 heeft ons geleerd dat mensen met veel ervaring niet meer in de directe uitvoering hoeven te zitten maar zichzelf een andere, coachende rol kunnen aannemen. De penningmeester bijvoorbeeld van dat event gaf aan, laat mij maar achtervang zijn als coach en een jongere in de lead zijn.
Wat we niet goed gedaan hebben is dat dit terrein is niet bereikbaar met openbaar vervoer. Als je team bent met jongeren, dan kan dat een uitdaging zijn. Tegelijkertijd is dit één van de weinige dingen waarvan we zeggen, hierin hebben wij een bewuste keuze gemaakt vanwege de ruimte en de mogelijkheden die deze plek ons geeft. De inrichting van ons nieuwe kantoor maakt wel een groot verschil. We kwamen van een kantoor met veel eilandjes en kamers, nu hebben we veel grote ontmoetingruimtes en flexplekken.
Ruimte en verantwoordelijkheid geven is soms wel doodeng. Het vereist loslaten. Maar ik ben iedere keer weer apetrots, echt kippenvel. Bijvoorbeeld toen we een meeting hadden met Koningin Maxima. Daar hoefde ik alleen welkom te heten. Wat interessant is, is dat jongeren een bepaalde onbevangenheid hebben. Jongeren noemen hooggeplaatste functionarissen bij het ministerie bij hun voornaam, en zeggen: ‘goh, ik zou daar eigenlijk wel een keer stage willen lopen'. Jongeren gaan buiten de gebaande paden. Ze hebben hun eigen manier van werken, van netwerken. En je ziet dat er dan heel veel kan.’
Samenwerking tussen generaties en diversiteit
‘We organiseren daar geen trainingsroutes of sessies voor maar laten het gebeuren. Wat we wel zien is dat jongeren afhaken als de balans niet goed is. Daarin zit soms een uitdaging als we samenwerken met andere organisaties. Wij zijn geen formele club, dat matcht niet altijd met de cultuur van andere organisaties.
Een belangrijke strategie van ons is dat we continu mensen bewust maken van de focus die we hebben op bepaalde onderwerpen, zoals meer jongeren in het bestuur, diversiteit in achtergrond, meer vrouwen etc. Dat gaat niet vanzelf, dus bewustwording is hierin heel belangrijk.’
Adviezen voor andere organisaties
‘Ik denk dat het belangrijkste om je als organisatie af te vragen: waarom willen jongeren hier zitten? Maar ook, wat heb jij jongeren te bieden? Krijgen ze de ruimte, of wordt er van ze verwacht dat ze zich aanpassen aan jouw structuur. Kijk ook of je de samenwerking kunt zoeken met andere organisaties. Probeer aan te haken bij waar jongeren zijn, in de kerk, bij sport, carnaval.
Verder zou mijn advies zijn om niet zelf te bepalen of iets uitkomt voor iemand of niet. Drie weken geleden hadden we een sessie in de Tweede Kamer. Vrijwilligers vinden het vaak hartstikke gaaf om mee te gaan. Waarom moet ik dan bedenken dat ze overdag geen tijd hebben? Leg de vraag maar neer en laat ze dat maar zelf zeggen. Zeker met parttimebanen en flexibel thuiswerken, kunnen of willen mensen vaak veel meer dan in het verleden.’
Jongeren betrekken bij de maatschappelijke trends van nu
‘Dat is spannend, want we zien een ontwikkeling – niet alleen bij jongeren – dat vrijwilligers gaan cherry picken, ze willen uitkiezen waar ze zich voor in willen zetten. Bijvoorbeeld op een zaterdag wel het programma draaien maar niet alles klaarzetten en opruimen. Voor ons horen ook die klussen erbij en iemand moet het doen. We leren scouts dat ook corvée erbij hoort. Tegelijkertijd moeten we ons daartoe verhouden, als dat de nieuwe werkelijkheid wordt. De klus moet wel gedraaid worden, de leuke én niet leuke dingen. We gaan samen weer naar huis. Dat zit in onze waarden. Ik vind het belangrijk om de jongeren bij die maatschappelijke trend nú te betrekken. Jongeren zijn niet alleen de toekomst, maar moeten we ook mee laten praten over het hier en nu.
Een andere uitdaging zie ik ook in de regeldruk. Voor veel oude vrijwilligers is dat al niet meer leuk, laat staan voor jonge vrijwilligers. We vinden het belangrijk om te kijken of we, ook samen met Vereniging NOV, die randvoorwaarden beter kunnen maken. Zonder dat het een project wordt, willen we jongeren betrekken in de thema's van de toekomst en met hen aan de slag gaan.’