Onlangs is er een verdiepend onderzoek gedaan naar de werking, bekendheid en knelpunten van de vrijwilligersverzekering in de praktijk. Wat blijkt? Er leven veel misverstanden, maar ook kansen voor betere voorlichting en ondersteuning.
We zetten de 9 belangrijkste inzichten uit het onderzoek voor je op een rij.
Benieuwd naar het hele onderzoek? Lees hier het volledige onderzoek 'Bescherming gemeentelijke vrijwilligersverzekering tegen bestuurdersaansprakelijkheid' (pdf, op overheid.nl)
1. WBTR vergroot aansprakelijkheid vrijwillige bestuurders nauwelijks
De Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR, 2021: wetten.nl - Regeling - Wet bestuur en toezicht rechtspersonen - BWBR0044657) heeft de juridische aansprakelijkheid voor vrijwillige bestuurders slechts beperkt vergroot. De meeste aansprakelijkheidsgronden bestonden al in het Burgerlijk Wetboek. Jurisprudentie op basis van de WBTR is bovendien schaars.
2. Meer bewustzijn, maar ook onduidelijkheid over aansprakelijkheid
De WBTR heeft wel geleid tot meer bewustzijn bij vrijwilligersorganisaties over bestuurdersaansprakelijkheid, maar ook tot onrust, misverstanden en een zwaardere risicobeleving. Complexe regelgeving en juridische dreiging maken bestuursfuncties minder aantrekkelijk. Hoe je het risico op aansprakelijkheid verkleint, lees je hier: Inzicht Aansprakelijkheid onder het Thema Wetten & Regels.
3. Vrijwilligersverzekering is vangnet, niet allesdekkend
De gemeentelijke vrijwilligersverzekering is bedoeld als vangnet voor kleinere vrijwilligersorganisaties die zelf geen verzekering afsluiten. Het is geen primaire verzekering en biedt slechts dekking als geen andere verzekering van toepassing is. Centraal Beheer, waarbij de meeste gemeenten de vrijwilligersverzekering hebben afgesloten, heeft een informatiepagina voor vrijwilligers: Vrijwilligers - Centraal Beheer.nl.
4. Dekking beperkt tot kleine organisaties (balanstotaal < €500.000)
De bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering binnen de gemeentelijke regeling geldt alleen voor organisaties met een balanstotaal van minder dan €500.000. Hierdoor vallen grotere verenigingen mogelijk buiten de dekking.
5. Weinig claims, beperkte impact in praktijk
Er zijn slechts enkele tientallen claims ingediend bij Centraal Beheer in de afgelopen jaren. Deze gingen meestal over juridische kosten bij dreigende aansprakelijkheid, niet over daadwerkelijke schadevergoedingen.
6. Onbekendheid vrijwilligersverzekering bij verenigingen en stichtingen
De gemeentelijke vrijwilligersverzekering is relatief onbekend onder vrijwilligersorganisaties en hun besturen. De communicatie hierover door gemeenten is versnipperd en onvoldoende duidelijk. Zowel Centraal Beheer als Vereniging NOV proberen leden, vrijwilligers en maatschappelijke organisaties zo goed mogelijk te informeren.
7. Alternatieve verzekeringen bestaan, maar zijn niet breed bekend
Er zijn collectieve of individuele verzekeringsopties beschikbaar via sportbonden of verzekeraars (zoals Markel, ClubZeker). Toch is er weinig kennis over deze opties, vooral bij kleinere organisaties zonder koepel.
8. Huidige ondersteuning is versnipperd en onvoldoende op maat
Vrijwilligersorganisaties missen vaak toegang tot deskundige, toegankelijke ondersteuning bij het inschatten van risico’s en het kiezen van passende verzekeringen.
9. Geen signalen dat WBTR leidt tot meer claims
Er zijn geen aanwijzingen dat de invoering van de WBTR geleid heeft tot een toename in claims of rechtszaken tegen vrijwillige bestuurders. Mogelijke risico’s lijken dus niet wezenlijk toegenomen.
In de NOV kennisboostweek van november zal Centraal Beheer een webinar over de vrijwilligersverzekering verzorgen bij Vereniging NOV. In een van de volgende nieuwsbrieven zal hiervan de inschrijving worden geopend.