De inzet van pakweg vier miljoen mantelzorgers in ons land wordt door veel gemeenten gezien als een gemakkelijke bezuiniging op de zorg. Dit leidt tot roofbouw. Het moet anders, vinden Boris van der Ham en anderen.
Onlangs trok Vereniging Humanitas aan de bel. De hoeveelheid vrijwilligerswerk is in vijf jaar tijd verdubbeld. Daarnaast komen vrijwilligers steeds vaker in complexe situaties terecht die zijn veroorzaakt door ziekte, eenzaamheid, schulden of verwaarlozing. Het beleid van veel gemeenten is dat ze pas ingrijpen als het echt niet meer anders kan. De praktijk is dat het werk tegen die tijd veel vrijwilligers boven het hoofd is gegroeid. Dit moet stoppen.
Gezamenlijk plan
Allereerst moet de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) anders worden toegepast. Gemeenten, professionals, mantelzorgers en vrijwilligers moeten elkaar voortaan zo vroeg mogelijk opzoeken en een gezamenlijk plan opstellen. Als dit goed gebeurt, zullen veel mantelzorgers en vrijwilligers eerder hulp zoeken maar kunnen zij het ook langer volhouden.
Er moet ook aandacht zijn voor zaken die niet met een medicijn op te lossen zijn. In de hulp aan (hoog)bejaarde mensen spelen vaak persoonlijke levensvragen. Binnen de eerstelijnszorg moeten geestelijk begeleiders beschikbaar zijn. Zowel voor de ouderen zelf als voor de mantelzorgers en vrijwilligers.
Ten tweede moet er veel meer aandacht zijn voor ouderen die thuis blijven wonen en het huis niet meer uitkomen. Dat legt veel druk op hulpverleners. Een mooi voorbeeld van hoe het wel kan, is te zien in Velp. Daar organiseert een specialist ouderengeneeskunde in een buurtcentrum activiteiten, in overleg met de ouderen zelf. Ook zijn er experimenten waarbij ouderen en jongeren door elkaar wonen. Voor beide groepen leidt dat tot meer woonplezier.
Voorkauwen
Gemeenten moeten niet alles willen voorkauwen. Wel moeten ze de mogelijkheden bekijken om initiatieven financieel te ondersteunen. Dit gebeurt nu namelijk nog veel te weinig. Ten derde moeten de overbodige financiƫle hekjes worden gesloopt. Toen een groot deel van de zorg onder de gemeenten ging vallen, was er hoop op meer maatwerk. Maar tot grote frustratie van de mensen die met de zorg te maken hebben is de bureaucratie vaak nog verstikkend.
Dat kan anders. In wijken in Rotterdam, Leeuwarden, Oss en Enschede zijn de verschillende budgetten al samengevoegd om ze met maximaal effect te gebruiken voor goede zorg. Waarom kan dat niet overal?
Tijdens de komende campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen dreigt het vooral over landelijke thema's te gaan. Maar juist nu moet de lokale zorg op de agenda komen. Daarom onze oproep: laat mensen die steun nodig hebben, niet langer in de steek.
Boris van der Ham, voorzitter Humanistisch Verbond
Elisabeth van Oostrum, landelijke vereniging voor mantelzorgers Mezzo
Gijsbert van Herk, Stichting Humanitas Rotterdam
Frank Wolterink, Humanitas DMH
http://www.humanistischverbond.nl/nieuws/mantelzorger-is-de-dupe-van-falende-gemeenten