Sociaal wenselijke verstopwoorden in het vrijwilligerswerk
Iedere sector heeft haar eigen ‘conversation stoppers’, stoplappen of sociaal makkelijkere woorden. Ook het vrijwilligerswerk is geen uitzondering. Wij horen regelmatig de volgende twee: 'geen tijd' en 'zingeving'. Het zijn twee woorden aan de verschillende kant van het vrijwilligerswerk. Het eerste woord wordt gebruikt om uit te leggen waarom iemand geen vrijwilligerswerk doet: 'Geen tijd'. Het tweede woord wordt juist gebruikt om uit te leggen waarom iemand wel vrijwilligerswerk doet: 'Zingeving'. Maar de woorden vormen wel een uitdaging voor managers van vrijwilligers want het zijn inderdaad toverwoorden om het gesprek stil te leggen. In deze blog leggen we uit waarom wij deze woorden als sociaal wenselijk zien en wat managers van vrijwilligers kunnen doen om het gebruik te ontmoedigen en wanneer ze toch gebruikt worden de vinger erachter te krijgen.
Geen tijd
‘Geen tijd’ is een sociaal veilig antwoord om niet te hoeven zeggen dat je geen prioriteit wilt geven aan de nood van de ander. We snappen allemaal dat 4 uur per week, al helemaal op een door de organisatie bepaald vast moment en fysieke plaats, pijn kan doen in een agenda. Tegenwoordig is het met het gigantische aanbod van episodisch en virtueel vrijwilligerswerk echter totaal onmogelijk dat iemand objectief geen tijd heeft om vrijwilligerswerk te doen. Eén keer per jaar 4 uur actief zijn bij Jarige Job, een voedselbank of een vogeltelling, af en toe inloggen op de visdeurbel, fondsenwerving met je marathon loop of ploggen. Vrijwilligerswerk past in iedere agenda!
Voor een weiger-vrijwilliger is 'geen tijd' natuurlijk een veilig excuus. Met ‘geen tijd’ blijft de deur dicht, al dan niet expres, naar de organisatie om te gaan onderhandelen over de beschikbaarheid. ‘Geen tijd’ is ook veilig omdat je dan niet hoeft uit te spreken waarom je geen bereidheid hebt voor deze organisatie of dit aanbod van vrijwilligerswerk. Zoals gezegd, ‘geen tijd’ betekent gewoon voor jou geen prioriteit. Echter, als werver ‘geen tijd’ klakkeloos accepteren is ook een beetje fantasieloos. Beide partijen leggen zich er blijkbaar bij neer dat er geen grond voor onderhandelen is.
Ons idee zou zijn om als werver te beginnen met aangeven dat er meerdere momenten en mogelijkheden per jaar zijn om met maximaal 4 uur al mee te helpen! En dat die 4 uur met een beetje fantasie aan een andere ‘verplichting’ in de agenda gekoppeld kunnen worden zoals daten, joggen, familie, werken en leren. Om daarna wel weer eerlijk terug te geven dat je ‘geen tijd’ dus een slecht excuus vindt maar dat je zou snappen als jouw missie geen prioriteit krijgt. Een dappere die dat in je gezicht durft te bevestigen en als ze dat toch doen kan je er in ieder geval samen om lachen dat we gelukkig in een vrij land leven 😊
Achtergrond en tips:
De vereniging als een vrijwilligersmagneet. https://www.sportknowhowxl.nl/nieuws-en-achtergronden/column-xl/item/115131/de-vereniging-als-een-vrijwilligersmagneet
Benader de ‘nu-niet-vrijwilligers’ als een fruitautomaat. https://www.vrijwilligerswerk.nl/nieuws+en+blogs/1330562.aspx
Recruitability: het vergroten van het vermogen om vrijwilligers te werven en behouden. https://www.vrijwilligerswerk.nl/themas/werven+van+vrijwilligers/dg+infoalgemeen+uitgelicht/dg+infoalgemeen+inspiratie/2359518.aspx
Omgaan met derden partijen: Management-competenties van Vrijwilligers-coördinatoren. PEP-Den-Haag-Omgaan-met-derde-partijen.pdf
Zingeving
Net zoals 'geen tijd' is 'zingeving' ook een mooi verstop woord. Het lijkt erop dat zingeving de (oude) religieuze beschrijvingen als ‘heel maken wat gebroken is’ of ‘bouwen aan het koninkrijk van god op aarde’ heeft vervangen. Het is echt niet zo bedoeld door al die mensen die wij spreken, maar de oude religieuze beschrijvingen gingen over de ander, zingeving gaat over de vrijwilliger. Het is een interessant bijkomend effect van de individualisering.
Spannender is het idee dat zingeving de veilige term is voor 'eigenlijk wil ik jou niet zeggen wat mijn instrumentele doelen zijn’. Het is gewoon niet leuk om te zeggen dat je je thuis verveelt, of dat je een slecht huwelijk hebt, of kickt op de status of wat dan nog meer.
In het onderzoek naar de motivatie voor vrijwilligerswerk zijn er grofweg twee scholen. Ten eerste wordt de motivatie om vrijwilligerswerk te doen bekeken vanuit de zogenaamde functionele of instrumentele motivatie waarbij de onderzoeker en de organisatie op zoek is naar de beloning die vrijwilligers krijgen. Vrijwilligersorganisaties hebben hier iets aan want op puur altruïsme kan je geen beleid maken. Het vrijwilligerswerk levert de vrijwilliger iets op. Een andere motivatie is pragmatisch, concreet resultaat zien van je vrijwilligerswerk is een snelle beloning. Maar let op, functioneel betekent ook dat mensen mogen en zullen stoppen als hun functionele doel bereikt is. Dat is dus een actiepunt voor verenigingen: blijf in de gaten houden wat de beloning is voor je vrijwilligers en pas dit zo mogelijk aan gedurende de tijd - daarna, zorg voor off-boarding waarbij je vrijwilligers door kan sturen zodat ze andere doelen kunnen bereiken.
De functionele benadering is echter te algemeen als verklaring voor het doen van vrijwilligerswerk omdat het niet verklaart waarom iemand bij een bepaalde organisatie vrijwilliger wordt. De tweede benadering is narratief. Daarbij wordt gevraagd waarom iemand bepaald vrijwilligerswerk doet. Dan zijn er verschillende verhalen. Zo is er het verhaal van de eigen ervaring. Vaak geven vrijwilligers aan dat ze ofwel direct ofwel indirect positieve ervaringen hebben met de organisatie. Een tweede verhaal is gebaseerd op structuur. Of beter gezegd, vrijwilligerswerk als structuur. Een paar jaar geleden mochten wij onderzoek doen naar het vrijwilligerswerk van gepensioneerden. Dat bevestigde dat het doen van vrijwilligerswerk verklaard wordt door een drukke agenda (dus als percentage van de groep doen gepensioneerden het niet ‘beter’ dan de jongere groepen) terwijl het doen van veel uren vrijwilligerswerk juist verklaard wordt door een legere agenda (dus als een gepensioneerde vrijwilligerswerk doet, dan zijn het meer uren dan de 4 uur per week die vrijwilligers gemiddeld doen). Voor het pensioen moet vrijwilligerswerk zich voegen naar de agenda van de potentiële vrijwilliger (het flexibele vrijwilligerswerk), terwijl na het pensioen vrijwilligerswerk wordt gebruik om een deel van de agenda te maken.
Wij zouden als ‘leidinggevende’ accepteren dat zingeving een mooie term is voor een verjaardag of eerste gesprek. Als organisatie moet je zien te achterhalen wat de vrijwilliger graag wil krijgen en waarom de vrijwilliger voor jouw organisatie heeft gekozen. Als de vrijwilliger zingeving krijgt door zich te ontwikkelen, geef dan spannende taken. Als de vrijwilliger zingeving krijgt door structuur geef dan terugkomende vaste taken met bekende andere vrijwilligers en veel autonomie. Als de vrijwilliger zingeving krijgt door het bereiken van een doel praat dan over impact en hoe de vrijwilligers daarvoor onmisbaar zijn en accepteer dat ze bij het bereiken van het doel weg gaan.
Denk om naar conversation openers!
Kortom, als vrijwilligersorganisatie is het belangrijk om ‘conversation stoppers’ om te denken in ‘conversation openers’! Wij denken dat wervers van vrijwilligers dit goed moeten kunnen. Tenslotte overtuigen ze nu al bijna de helft van de Nederlanders om als vrijwilliger mee te doen, zonder dat ze kunnen werven met meer salaris of een bonus.
Achtergrond en tips:
Inspiratieboek: vrijwilligerswerk en zingeving | Movisie
Onderzoek naar motivaties vrijwilligers voor vluchtelingen
https://www.socialevraagstukken.nl/er-zijn-ook-nederlanders-die-vluchtelingen-wel-verwelkomen/
Onderzoek NL voor elkaar
https://www.nlvoorelkaar.nl/vrijwilligerswerk-1/reden-dat-mensen-vrijwilligerswerk-doen?page=Reden%20dat%20mensen%20vrijwilligerswerk%20doen&p=4
De motivaties en ervaringen van groene vrijwilligers https://www.vrijwilligerswerk.nl/nieuws+en+blogs/1905743.aspx
Philine van Overbeeke, Lucas Meijs, Maikel Meijeren
Afbeelding van Dim Hou via Pixabay