In 2021 deed Verwonderzoek voor Vereniging NOV onderzoek naar het beleid dat gemeenten voeren om vrijwilligerswerk te faciliteren en te stimuleren. We interviewden en enquêteerden, naast vrijwilligersorganisaties, ambtenaren uit ruim 120 gemeenten die zich bezighouden met vrijwilligerswerkbeleid.
Bijna één op de drie gemeenten in Nederland werkte dus mee aan het onderzoek. Veel beleidsmedewerkers gaven aan met dit onderwerp bezig te zijn en ook graag te willen weten hoe andere gemeenten hun beleid vorm geven.
Gemeenteambtenaren signaleren vijf centrale uitdagingen bij het vormgeven van hun vrijwilligerswerkbeleid:
- Het werven en behouden van vrijwilligers (met name jonge vrijwilligers, en het weer opstarten na corona).
- Beschikbaarheid van voldoende budget voor goed vrijwilligerswerkbeleid.
- De spanning tussen het serieus nemen van vrijwilligers en hun organisaties en het risico op inkapseling of instrumentalisering.
- De spanning tussen het vrijwillige karakter van vrijwilligerswerk in relatie tot tegenprestaties en andere participatie-inspanningen in de bijstand.
- Manieren om goed om te gaan met bewonersparticipatie.
Bij het ontwikkelen van vrijwilligerswerkbeleid doen gemeenten er slim aan om de waarde van vrijwilligerswerk te zoeken op drie plekken: bij de vrijwilliger zelf, bij de directe ‘profijthebbenden’, en bij de samenleving als geheel. Door de juiste balans te zoeken tussen deze drie actoren, kunnen gemeenten instrumentalisering voorkomen.
Daarbij is het cruciaal dat goed beleid onderkent dat vrijwilligers hun werk niet doen omdat de gemeente dat fijn vindt, maar omdat ze zelf iets goeds willen doen. Daar hoort een zekere bescheidenheid van de beleidsmakers bij.