#100verhalen: Michel - stoker op de stoomtrein

2939 keer bekeken 0 reacties

Hij zal een jaar of acht zijn geweest, toen hij besmet raakte met het treinvirus. Met oma mocht hij regelmatig mee van Renkum naar Zwolle, waar ze op bezoek gingen bij familie. Eerst met de bus naar Arnhem en dan de trein in. Onderweg zag Michel het Nederlandse landschap voorbijtrekken.

De treinen uit zijn jeugd hadden namen als muizeneuzen en hondekoppen. Fascinerend. Van zijn oma mocht de conducteur niet een te groot gat in de kaartjes knippen, want dat was zonde. Zijn vader kocht in die tijd een fraai modeltreinspoor voor de kleine Michel en bouwde het op zolder op. Het virus zou nooit meer weggaan.
Op zijn dertigste werd hij donateur van de Veluwsche Stoomtrein Maatschappij, ook wel de VSM genoemd. “Het virus vlamde op en ik wilde me ook graag inzetten voor die club, dus ik stuurde mailtjes, maar hoorde niks. Toen ik een kaartje kocht voor een rit naar Limburg met de stoomtrein, sprak ik een conducteur aan. ‘Oh, mailen? Nee joh, je moet gewoon langskomen, zo doen we dat hier.” Dus dat deed Michel van den Wollenberg. Inmiddels is dat vijftien jaar geleden en is hij van conducteur naar reparateur gegaan en geëindigd als stoker.
“Mensen vragen me weleens wat ik in de treinen zie, maar het is zo lastig uit te leggen. Het is een gevoel, de locomotieven zijn majestueus, ze komen tot leven. Je hoort de pompen, het sissen van de stoom en het laaien van het vuur. Zodra de trein het station verlaat en de machinist het fluitsignaal laat klinken, krijg ik kippenvel, elke keer weer.”

Wat ik zo leuk vind, is dat ongeveer de helft van de tweehonderd vrijwilligers jongeren zijn, onder de dertig jaar. De oude techniek trekt ze aan.

Conducteurs, stokers en machinisten

In het toeristenseizoen staat hij twee maal per maand in zijn stookhok. Die taak wisselt hij af met zo’n vijftien andere stokers. In dezelfde kleine ruimte van de locomotief zit ook de machinist. “Hij rechts en ik sta links. Als er aan mijn kant op het spoor moet worden gekeken, doe ik dat, ik ben dus ook de ogen van de machinist.”
Achter een dik, zwart deurtje bevindt zich een imposant zwart gat, daar waar de kolen in gaan. “Rondom moet je brandende kolen tegen de wanden aan leggen en dan pas kun je ze in het midden opstoken. Het luistert vrij nauw, je gaat te werk volgens een bepaalde tactiek.” De opleiding tot stoker, maar ook tot machinist, gebeurt intern. De kennis van de stoom- en dieseltreinen wordt al sinds 1975 doorgegeven van vrijwilliger tot vrijwilliger. “Wat ik zo leuk vind, is dat ongeveer de helft van de tweehonderd vrijwilligers jongeren zijn, onder de dertig jaar. De oude techniek trekt ze aan.”
Naast conducteurs, stokers, treinchefs en machinisten, zijn er ook nog mensen die de catering aan boord doen, sleutelen aan de locomotieven, het spoor onderhouden en burgers uit de vijftiger jaren spelen, met mooie kleding aan. Met zijn allen houden ze de geschiedenis levend. “De VSM bestaat voor honderd procent uit vrijwilligers en heeft een verscheidenheid aan mensen. Het is echt een fijne club om bij te horen, er zijn vele vriendschappen ontstaan. We gaan ook samen naar themadagen, bijvoorbeeld in Duitsland, naar bijzondere treinen kijken. En na een dag museumritten rijden, sluiten we af met een drankje, altijd gezellig.”

Lekker heen en weer schudden

Michel heeft zijn hart verloren aan de VSM. Naast stoker zet hij zich ook in voor de marketing en is directielid. Hoeveel tijd hij eraan kwijt is? “Te veel, zegt mijn vrouw.” Maar Michel kan het nooit te veel zijn en zo gebeurt het dat hij in het hoogseizoen zo’n drie à vier avonden per week vanuit huis bezig is voor de club. “Maar het mooiste is in de trein zelf staan. Je staat de hele dag heen en weer te schudden in het hok en komt er aan het eind van de dag met een zwarte snuit van de kolen uit, maar het is altijd leuk.”
De favoriete rit van de vrijwilligers is rijden op de hoofdlijn: het gewone Nederlandse spoor. De trein bereikt dan een snelheid van 110 kilometer per uur en het kolenvuur wordt dan witheet. Dat is weer een ander verhaal dan de 40 kilometer op het museumspoor. Na zoveel jaren inzet, verveelt het Michel nog steeds niet. Sinds vorig jaar bieden ze een nieuw soort rit aan: de Summer Night Express op zwoele Veluwse avonden. “Weer zoiets leuk en dat mag ik dan nog promoten ook!” Hij is er de geschikte persoon voor, want als Michel zelf eenmaal op stoom is gekomen, kan hij gerust de hele dag doorpraten over de treinen.

Foto: Theo Hamoen

Ben je geïnspireerd en wil je weten hoe jij je vrijwillig in kunt zetten? Bekijk de mogelijkheden via vrijwilligerswerk.nl.
> Info over vrijwillig inzetten in en om Apeldoorn vind je hier.
> Meer info over de Veluwsche Stoomtrein Maatschappij.

 

Cookie-instellingen