#100verhalen: Marianne is molenaar

1367 keer bekeken 0 reacties

Op anderhalf kilometer van elkaar staan de Hoop en de Steenhuister. Imposante bouwwerken, wieken fier op de wind. Marianne is een van de Friese molenaars die zorg dragen voor het reilen en zeilen van de molens in de provincie.

Het gebeurde in een opwelling. Marianne de Jongh zag een oproep in de lokale krant en voor ze het wist had ze zich aangemeld. “Er werd om nieuwe leerlingen gevraagd. Wow, dacht ik, dat lijkt me leuk.” Om molenaar te worden, is een opleiding van anderhalf jaar nodig. Marianne volgde die bij het Gilde van Friese molenaars. “Die opleidingsduur is nodig omdat je alle weersomstandigheden in de praktijk mee moet maken, zodat je weet hoe je moet handelen.”

Het Friese erfgoed

Midden in het dorpje Stiens, hoog in het noorden van Friesland, staat graanmolen de Hoop van de Gemeente Leeuwarden. Eens per zes weken is Marianne er aanwezig om de molen op de wind kruien, de zeilen voor te leggen, dus de molen aan de gang helpen maar ook om bezoekers uitleg te geven. Verder wordt er in de molen meel gemalen, wordt het winkeltje bemand en worden zakken graan naar boven gesleept. Samen met de andere vrijwilligers van Stichting De Fryske Mole doet ze dit om het Friese erfgoed levendig te houden.
Een lange steile trap binnenin De Hoop leidt naar de eerste zolder. Er staan grote silo’s waar voorheen het graan in werd opgeslagen. “In de jaren negentig is de molen afgebrand en weer opgebouwd in originele staat. Er is toen ook een elektrische maalstoel in de molen gemaakt en hij heeft toen nog een tijd beroepsmatig graan gemalen.” Dat is intussen verleden tijd. De vrijwilligers die nu actief zijn in de molen, malen op aanvraag nog wel graan. “Het molenbrood dat bij de bakker ligt, is van ons meel.”
Op de tweede zolder bevinden zich de maalstoelen. Zodra de wind in de wieken komt, worden ze in gang gezet. “Als de molen flink gang heeft, dan dendert het hier echt, zo hard gaat het dan.” Een buitendeur leidt naar de stelling: de houten vlonder rondom de molen. Met draaiende wieken is het behoorlijk indrukwekkend om er te staan.

Bij nacht en ontij met de molen aan de slag, dat leek me wel wat.

Een eigen molen

Moet er zeil op de wieken en zoja, hoeveel? Naar welke richting moeten de wieken gedraaid worden? En wat gebeurt er eigenlijk als je trekt aan de ketting die boven uit de molen hangt? Vragen waarop Marianne na de opleiding en opgedane ervaring wel de antwoorden weet. Net als de andere leerlingen liep ze stage in alle typen Friese molens om kennis te maken met de techniek en handelingen: van de houtzaagmolen en de poldermolen tot de graanmolen.
De molens van de stichting kunnen van oudsher verschillende functies hebben en hebben allemaal een eigen beheerder. Ook Marianne heeft een ‘eigen’ molen. “Hier net buiten het dorp staat de Steenhuister Poldermolen. Het is aan mij de taak om te zorgen dat de wieken af en toe draaien, want rust roest. Ook maai ik het gras rondom de molen. Beide behoorlijk zware werkjes!” Vroeger was de Steenhuister in gebruik voor het uitmalen van water uit de polder. “Nog steeds is het een reservegemaal. Als het waterpeil zo snel stijgt dat de elektrische gemalen het niet aankunnen, moet deze molen bijspringen. Tot nu toe is het één keer gebeurd dat het nodig was, maar kon het uiteindelijk niet, omdat de wind krachtig in de verkeerde richting stond en het water niet naar de juiste plek kon stromen. Jammer vond ik dat, want bij nacht en ontij met de molen aan de slag, dat leek me wel wat.”

Afdaling

De molen in het dorp is elke zaterdag geopend voor publiek. “Er komen best veel mensen langs. Toeristen, maar ook dorpsgenoten die wat in het winkeltje kopen. Kinderen vinden het ook altijd heel bijzonder om in zo’n molen te kijken.”
De Hoop heeft nog een derde zolder -daar ligt het graan- en een vierde, de kap. “Daarboven komt de ketting uit die beneden bediend wordt. Via een meertrapsconstructie kan via het bovenwiel de hele boel in gang worden gezet. Met die ketting, kan het wiel vrijgemaakt worden of juist vastgeklemd, zodat het mechanisme afremt.”
Bij het afdalen terug via de steile trap naar de begane grond waarschuwen Marianne en haar collega’s altijd dat de neus naar de trap gericht moet zijn. Wie dat niet doet, kan weleens sneller dan gewenst beneden zijn.

Ben je geïnspireerd en wil je weten hoe jij je vrijwillig in kunt zetten? Bekijk de mogelijkheden via vrijwilligerswerk.nl.
> Bekijk de mogelijkheden om je vrijwillig in te zetten in en om Leeuwarden.
> Lees meer over Stichting De Fryske Mole.

 

Cookie-instellingen